NJ 2021/354
Eigen waarneming van het hof buiten de zitting i.c. toelaatbaar. Opschudding veroorzaken cfm. art. 185 Sr.
HR 29-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:1025, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
18/04473
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS491068:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1025, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:249, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Eigen waarneming van het hof buiten de zitting i.c. toelaatbaar. Opschudding veroorzaken cfm. art. 185 Sr.
1. De beperkingen aan het gebruik van de eigen waarneming van de rechter die zijn gesteld in HR 24 september 2019, NJ 2019/465, zien alleen op gevallen waarin de eigen waarneming als bewijsmiddel wordt gebruikt. Het hof kon de eigen waarneming van camerabeelden buiten de zitting betrekken in zijn oordeel over de betrouwbaarheid van het als bewijsmiddel gebruikte proces-verbaal van de politie over die camerabeelden, in aanmerking genomen dat de verdediging over de camerabeelden beschikte en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.