Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/4.3.7.1
4.3.7.1 De keuze om een deskundigenadvies in te winnen
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS448716:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
E.-M. Bajons, `Österreich', in: Nagel/Bajons 2003, p. 468; Deizler-Hftbner & Klicka 2007, nr. 149; Fasching 1990, nr. 996; Fasching, Kommentar ZPO 2004, (Rechberger), Vor §§ 351 ff, nr. 3; Feil & Kroisenbrunner 2003, nr. 1003; Rechberger 2006, Vor § 351, nr. 2; Rechberger & Simotta 2003, nr. 634 en 637.
E.-M. Bajons, `C)sterreich', in: Nagel/Bajons 2003, p. 469; Rechberger & Simotta 2003, nr. 634. Vgl. OGH 13 november 1984, 4 Ob 371/84.
Fasching 1990, nr. 856. In gelijke zin: Jelinek 1990, p. 47; Rechberger 2006, § 364, nr. 2; Rechberger & Simotta 2003, nr. 601. Anders: Rüffler 1995, p. 42 e.v. Rechberger vermeldt dat onzeker is of de rechtspraak de opvatting van Fasching heeft gevolgd (Fasching, Kommentar ZPO 2004, (Rechberger), § 364 ZPO, nr. 3).
In Oostenrijk benoemt de rechter een deskundige als hij niet beschikt over kennis of ervaring die nodig is voor de beslissing (§ 351 ZPO). De deskundige wordt gezien als hulppersoon of medewerker van de rechter en het deskundigenadvies als een bewijsmiddel.1 Vergt de beoordeling van een feitelijke kwestie in een zaak specifieke, niet-juridische vakkennis of kennis van handelsgebruiken, dan mag de rechter van inschakeling van deskundigen afzien als eigen kennis van de rechter die inschakeling overbodig maakt en partijen erin toestemmen dat de rechter zonder deskundigen beslist:2
`Das Gericht kanin Fällen, in welchen der Gegenstand zu seiner Beurteilung fachmännische Kenntnisse erfordert oder in welchen das Bestehen von geschäftlichen Gebräuchen in Frage kommt, ohne Zuziehung von Sachverständigen entscheiden, wenn die eigene Fachkunde oder das eigene Wissen der Richter diese Zuziehung überflüssig macht und die Parteien zustimmen' (§ 364 ZPO).
Volgens Fasching wordt in dit voorschrift miskend dat het niet aan partijen is om te beoordelen of de rechter voldoende kennis en ervaring heeft om zonder deskundigenadvies te beslissen. Het gaat er om dat de rechter aan partijen kenbaar maakt dat hij eigen bijzondere kennis en ervaring wil gebruiken in plaats van een deskundigenadvies in te winnen, en dat hij partijen voldoende gelegenheid geeft om de punten naar voren te brengen die zij relevant vinden voor de beoordeling van de feiten die in geschil zijn:
`Diese widersinnige Vorschrift scheint es also der Beurteilung der Parteien überlassen zu wollen, ob der Richter genügend Fachkenntnisse besitzt; sie stellt auch offenbar in Frage, ob der Richter ein Gutachten eines Sachverständigen überhaupt frei würdigen darf (§ 272 ZPO), denn eine solche Würdigung und ein Abweichen vom Gutachten setzt ja richterliche Fachkenntnisse voraus. (...) Schlieβlich ist diese Regelung in der Hand von Parteien, die entweder finanziell stark sind oder die Verfahrenshilfe genieβen, ein Mittel zur Verschleppung des Prozesses und ist so auβerdem unsozial. Eine sinnvolle Auslegung des § 364 ZPO muβ daher schon im Zusammenhang mit der in den Motiven erklärten Absicht (...), das richterliche Fachwissen in erweitertem Ausmaβ zu berücksichtigen, zu dem Ergebnis führen, daß der Richter nach wie vor sein Fachwissen auch ohne Zustimmung der Parteien benützen und daher auch von einem Sachverständigen absehen kann; er muβ aber vorher mit den Parteien erörtern, warum er von seinem Fachwissen Gebrauch macht, und muβ dieses vor ihnen offenlegen und ihnen auch Gelegenheit zur Fragestellung und zum Hinweis auf bestimmte Spezialfragen geben.' 3
Hoewel de betekenis van § 364 ZPO in de uitleg van Fasching wordt gereduceerd, gaat hij nog altijd verder dan naar geldend recht van de Nederlandse rechter wordt verlangd. Zoals ik in par. 4.7.1.5 zal toelichten, hoeft de Nederlandse rechter niet aan partijen kenbaar te maken dat hij eigen bijzondere kennis en ervaring wil gebruiken in plaats van een deskundigenadvies in te winnen, maar slechts te bewaken dat het gebruik van eigen bijzondere kennis en ervaring voor partijen geen ontoelaatbare verrassingsbeslissing is.