Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 910/2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG
Artikel 19 bis Eisen aan niet-gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2024
- Bronpublicatie:
11-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1183 (uitgifte: 30-04-2024, regelingnummer: 2024/1183)
- Inwerkingtreding
20-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1183 (uitgifte: 30-04-2024, regelingnummer: 2024/1183)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Informatierecht / ICT-recht
1.
Een niet-gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten die niet-gekwalificeerde vertrouwensdiensten verleent:
- a)
voert een passend beleid en treft overeenkomstige maatregelen ter beheersing van juridische, zakelijke, operationele en andere directe of indirecte risico's met betrekking tot de verlening van de niet-gekwalificeerde vertrouwensdienst, die niettegenstaande artikel 21 van Richtlijn (EU) 2022/2555, ten minste de maatregelen omvatten met betrekking tot:
- i)
de registratie en instapprocedures voor een vertrouwensdienst;
- ii)
procedurele of administratieve controles die nodig zijn om vertrouwensdiensten te verlenen;
- iii)
het beheer en de uitvoering van vertrouwensdiensten;
- b)
stelt het toezichthoudend orgaan, de identificeerbare getroffen personen, het publiek indien dit van algemeen belang is en, indien van toepassing, andere relevante bevoegde autoriteiten onverwijld en in elk geval uiterlijk 24 uur nadat hij of zij kennis heeft genomen van beveiligingsinbreuken of verstoringen, in kennis van beveiligingsinbreuken of verstoringen in de verlening van de dienst of de uitvoering van de maatregelen bedoeld in punt a), i), ii) of iii), die een aanzienlijk effect hebben op de verleende vertrouwensdienst of op de daarin bijgehouden persoonsgegevens.
2.
Uiterlijk op 21 mei 2025 stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een lijst met referentienormen en, waar nodig, specificaties en procedures vast voor de toepassing van lid 1, punt a), van dit artikel. Indien die normen, specificaties en procedures worden nageleefd, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in dit artikel bepaalde vereisten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.