V-N Vandaag 2020/171
Hoge Raad beantwoordt enkele vragen over recht op teruggaaf dividendbelasting
HR 24-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:115
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2020
- Zaaknummer
19/03341
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Fiscale staatssteun
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Dividendbelasting / Heffingswijze
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2097, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2020
ECLI:NL:HR:2020:115, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:782, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2019
- Wetingang
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 63)Wet op de dividendbelasting 1965 (BWBR0002515, 10)Wet op de dividendbelasting 1965 (BWBR0002515, 1)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 25)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 17)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 3)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 2)
Essentie
De Hoge Raad beantwoordt een aantal vragen van Hof 's-Hertogenbosch. Zo kunnen alleen fondsen voor de gemeenschappelijke belegging of andere aanwending van vermogen fondsen voor gemene rekening zijn.
Samenvatting
Belanghebbende, A-Fonds, is een naar Duits recht opgericht beleggingsfonds (Spezial-Sondervermögen) en heeft geen rechtspersoonlijkheid. A-Fonds is vrijgesteld van de Duitse winstbelasting. Sparkasse B, een bank, houdt alle bewijzen van deelgerechtigdheid. A-Fonds ontvangt portfoliodividenden uit Nederland en verzoekt om teruggaaf van de ingehouden Nederlandse dividendbelasting. In geschil is of er op basis van het vrije kapitaalverkeer van art. 63 VWEU recht op teruggaaf bestaat, en zo ja, bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.