NJB 2011, 924:Onteigening. Een stuk grond, hoofdzakelijk bestaande uit grasland en een erf bij een woning, wordt onteigend ten behoeve van een bestemmingsplan dat voorziet in woningen en een groenstructuur. HR: 1. Complexwaarde. Aan een onteigend stuk grond dat deel uitmaakt van een complex als bedoeld in art. 40d OW kan een hogere waarde worden toegekend dan de complexwaarde volgens dat artikel, indien de bijzondere ligging of hoedanigheid ervan de waarde daarvan zodanig beïnvloedt dat bij een onderstelde verkoop ervan in het vrije commerciële verkeer tussen een redelijk handelende verkoper en een redelijk handelende koper, een hogere prijs zou tot stand komen dan de complexwaarde. Hierbij mag geen rekening worden gehouden met de bestemming die juist voor dit stuk grond in het bestemmingsplan is aangewezen. 2. Erf. Een als tuin of erf ingericht deel van een perceel waarop een woning staat, heeft in de praktijk in het vrije verkeer een hogere koopprijs dan andere grond. 3. Wettelijke rente. Nadeel door tijdelijk gemis van een bedrag aan schadeloosstelling is niet gelijk te stellen met wettelijke rente, maar indien partijen zich niet hebben uitgelaten over de modaliteit van de toe te kennen vergoeding voor dit nadeel, mag de onteigeningsrechter ervan uitgaan dat dit nadeel vergoed wordt door veroordeling in wettelijke rente.