RvdW 2009, 915
Verjaringsperikelen rond art. 328ter lid 1 Sr. Aanvang verjaringstermijn. Voortdurend ommissiedelict.
HR 07-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH1911 (Verzwijgen van giften tijdens dienstverband)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
07/10668
- Conclusie
wnd. A-G Bleichrodt
- LJN
BH1911
- Roepnaam
Verzwijgen van giften tijdens dienstverband
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH1911, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH1911, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2009
- Wetingang
Sr art. 70–72 en art. 328ter lid 1
Essentie
Verjaringsperikelen rond niet-ambtelijke omkoping ex art. 328ter lid 1 Sr. De verjaringstermijn van 6 jaar bij art. 328ter lid 1 Sr ex art. 70 Sr neemt niet al een aanvang ex art. 71 Sr na het aannemen van een gift/belofte, maar eerst na het in strijd met de goede trouw verzwijgen ervan tegenover de werkgever. Evenbedoeld verzwijgen moet worden aangemerkt als één voortdurende omissie, waardoor het delict pas voltooid is als de dader niet langer in gebreke is, in casu niet eerder dan op/na de dag waarop verdachtes dienstbetrekking in het kader waarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.