BR 2019/32
Planschade; verhouding tot schadeloosstelling bij onteigening.
ABRvS 06-02-2019, ECLI:NL:RVS:2019:330, m.nt. I.P.A. van Heijst
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 februari 2019
- Magistraten
Mrs. J.E.M. Polak, J.C. Kranenburg en G.M.H. Hoogvliet
- Zaaknummer
201805786/1/A2
- Noot
I.P.A. van Heijst
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS43730:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
Onteigeningsrecht / Schadeloosstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:330, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑02‑2019
- Wetingang
(Art. 22 Tracéwet; art. 6.1 Wro)
Essentie
Planschade; verhouding tot schadeloosstelling bij onteigening.
Samenvatting
Uit de uitspraak van de Afdeling van 16 juli 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:2613) volgt niet dat bepaalde schade in een planschadevergoedingsprocedure niet in aanmerking mag worden genomen omdat deze schade in een voorafgaande onteigeningsprocedure in aanmerking moest worden genomen. De Afdeling komt in de uitspraak van 16 juli 2014 tot het oordeel dat niet valt uit te sluiten dat de planschadevergoedingsprocedure ten opzichte van de onteigeningsprocedure aanvullende betekenis kan hebben. Vergelijk ook de uitspraak van de Afdeling van 6 december 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3305). Ingevolge artikel 22 Tracéwet en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.