Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/429 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’)
Artikel 241 Plantaardig materiaal en gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
De lidstaten nemen maatregelen ter beperking van de binnenkomst in de Unie van zendingen plantaardig materiaal in geval van een ongunstige ziektesituatie in derde landen of gebieden met betrekking tot in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder d), of nieuwe ziekten, wanneer dit vereist is volgens de regels die overeenkomstig lid 3 van dit artikel worden vastgesteld.
2.
De Commissie is bevoegd overeenkomst artikel 264 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende de in lid 1 van dit artikel bedoelde maatregelen inzake:
- a)
specifieke diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van plantaardig materiaal, waarlangs in de lijst opgenomen ziekten of nieuwe ziekten kunnen worden overgedragen;
- b)
voorschriften in verband met:
- i)
diergezondheidscertificering, rekening houdend met de regels als bedoeld in artikel 237, lid 1, onder a), en artikel 237, leden 2 en 3; of
- ii)
verklaringen of andere documenten, rekening houdend met de in artikel 237, lid 1, onder b), bedoelde regels.
3.
De Commissie stelt de in lid 2 bedoelde diergezondheidsvoorschriften vast op basis van de volgende criteria:
- a)
de vraag of een in de lijst opgenomen ziekte of een nieuwe ziekte die via plantaardig materiaal kan worden overgedragen een ernstig risico vormt voor de diergezondheid of de volksgezondheid in de Unie;
- b)
de waarschijnlijkheid dat dieren van in de lijst opgenomen soorten voor een specifieke in de lijst opgenomen ziekte of een nieuwe ziekte rechtstreeks of onrechtstreeks in contact zullen komen met het in lid 2 bedoelde plantaardige materiaal;
- c)
de beschikbaarheid en de doeltreffendheid van alternatieve risicobeperkingsmaatregelen in verband met dat plantaardig materiaal, die het in punt a), bedoelde risico op overdracht kunnen uitschakelen of beperken.
4.
De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen regels vaststellen waarin voor het in lid 2 van dit artikel bedoelde plantaardige materiaal de codes uit de Gecombineerde nomenclatuur worden aangegeven, indien deze codes niet worden vermeld in andere relevante regels van de Unie.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 266, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.