NJB 2018/2106:Faillissementscurator. Aansprakelijkheid. De exploitant van een schoenenwinkel gaat failliet. De verhuurder van de winkelruimte geeft aan de curator te kennen zich ertegen te verzetten dat de curator de winkelruimte in gebruik geeft aan een derde. De curator doet dat toch. Het hof oordeelt dat de curator persoonlijk aansprakelijk is en dat de verplichting tot schadevergoeding moet worden aangemerkt als een boedelschuld. Hoge Raad: 1. Boedelschuld. Het gaat hier om ‘actieve’ schending door de curator van een voortdurende verplichting van de schuldenaar tot nalaten. Nu de curator daartoe niet bevoegd was, is sprake van een boedelschuld. 2. Persoonlijke aansprakelijkheid. Regels. Voor zover de curator bij de uitoefening van zijn taak is gebonden aan regels, zal hij, indien hij die regels niet nakomt, in beginsel persoonlijk aansprakelijk zijn. Het enkele niet naleven van die regels leidt niet steeds tot zijn persoonlijke aansprakelijkheid. Het hof heeft geoordeeld dat de curator in dit geval tevens een persoonlijk verwijt trof. Hiermee heeft het hof niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. 3. Causaal verband. Schade. Het hof heeft een vergelijking gemaakt tussen de feitelijke situatie en de hypothetische situatie waarin de curator (ook) rekening zou hebben gehouden met de belangen van de verhuurder. Op grond daarvan heeft het hof kunnen oordelen dat de verhuurder schade heeft geleden die in causaal verband staat met de schending van de tot de curator gerichte gedragsnorm