Partijen en gegevens

Ratificatie door Argentinië onder de volgende verklaring:

Ratificatie door de Bondsrepubliek Duitsland onder de verklaring dat ‘the said Convention shall also apply to Berlin (West) with effect from the date on which it enters into force for the Federal Republic of Germany, on the understanding that:

The rights and responsibilities of the Powers responsible for Berlin in the field of civil aviation shall remain unaffected.

The respective competent Town Commandant shall be entitled in each case to decide in accordance with Article 8 of the Convention whether his nationals may be extradited.

The Allied Kommandatura shall be entitled to determine in accordance with Article 11 of the Convention which authorities will be responsible for reporting to the International Civil Aviation Organization information on seizures of aircraft and any actions taken in connection therewith.

For the purposes of Article 7 of the Convention Law No. 7 of the Allied Kommandatura and the legislation related thereto shall be an integral part of the law in force in Berlin.’.

Tegen de toepasselijkverklaring van het Verdrag op Berlijn (West) door de Bondsrepubliek Duitsland is bezwaar gemaakt door de Regering van de Sowjet-Unie. Hierop is op de gebruikelijke wijze gereageerd door de Regeringen van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Verenigde Staten van Amerika.

Ratificatie door Hongarije onder een voorbehoud met betrekking tot artikel 12, eerste lid.

Hongarije heeft op 10-01-1990 het bij de ratificatie gemaakte voorbehoud met betrekking tot artikel 12, eerste lid, ingetrokken.

Toetreding onder de volgende verklaring:

Toetreding door China onder de volgende verklaring:

De Verenigde Staten van Amerika heeft naar aanleiding van deze verklaring op 18-11-1980 het volgende verklaard:

.

Ratificatie door Denemarken ‘sous la réserve que jusqu'à décision ultérieure la Convention ne s'appliquera pas aux Iles Feroé et au Groenland’.

Toepasselijkverklaring door Denemarken voor Groenland vanaf 01-06-1980.

De DDR wordt door het Koninkrijk der Nederlanden niet erkend. De erkenning van de DDR door Nederland heeft in 1973 plaatsgevonden.

De ondertekening geschiedde onder het voorbehoud voorzien in artikel 12, tweede lid, van het Verdrag.

Ratificatie door Irak onder het voorbehoud ‘that entry by the Republic of Iraq into the Convention shall in no way signify recognition of Israel or be conducive to the establishment of any relations with her under the provisions of the Convention’.

Ratificatie door Koeweit onder de volgende verklaring:

Israël heeft naar aanleiding van de door Koeweit afgelegde verklaring het volgende medegedeeld:

De Verenigde Staten van Amerika heeft naar aanleiding van de door Koeweit afgelegde verklaring bij nota van 18-07-1979 het volgende medegedeeld:

Israël heeft naar aanleiding van de verklaring van Koeweit te Washington bij nota van 04-12-1979 het volgende verklaard:

.

Ratificatie door het Koninkrijk der Nederlanden onder de volgende verklaring:

Het Koninkrijk der Nederlanden heeft op 11-06-1974 in aansluiting op de verklaring welke werd afgelegd bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging op 27-08-1973 de volgende verklaring nedergelegd bij de Regeringen van de drie depotstaten:

.

De bepalingen van het Verdrag zijn voor Nederland en Suriname in werking getreden.

Inwerkingtreding voor Aruba vanaf 01-01-1986 en voor het Caribische deel van Nederland, Curaçao en Sint Maarten vanaf 10-10-2010.

Toetreding door Zuid-Korea onder de volgende verklaring:

.

Toetreding door Libië onder de verklaring dat ‘accession to this Convention should not, in any case, be interpreted as a recognition of Israel or establishment of any relation with her.’

Toetreding door Marokko onder de volgende verklaring:

Toetreding door Oman onder de volgende verklaring:

Toetreding door Saudi-Arabië onder de volgende verklaring:

Israël heeft naar aanleiding van deze verklaring te Washington op 11-09-1974 het volgende verklaard:

Toepasselijkverklaring door het Verenigd Koninkrijk voor Bermuda, Britse Maagdeneilanden, Caymaneilanden, Falklandeilanden, Gibraltar, Montserrat, Pitcairneilanden, Salomonseilanden, Sint-Helena, Ascension en Tristan da Cunha, Turks- en Caicoseilanden en Zuid-Georgië en de Zuidelijke Sandwicheilanden vanaf 21-01-1972 en voor Anguilla op 15-12-1982 vanaf 14-01-1983.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van de Bahama's op 16-07-1976.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Montenegro op 12-12-2006.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Montenegro op 12-12-2006.

Ratificatie onder de volgende verklaring:

De Democratische Volksrepubliek Korea wordt door het Koninkrijk der Nederlanden niet erkend. Sinds de toetreding tot de Verenigde Naties op 17-09-1991 wordt de Democratische Volksrepubliek Korea door Nederland wel erkend.

Ratificatie door Tsjechoslowakije onder een voorbehoud met betrekking tot artikel 12, eerste lid.

De Regering van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek heeft op 25-04-1991 te Washington en op 14-05-1991 te Londen het voorbehoud met betrekking tot artikel 12, eerste lid van het Verdrag, gemaakt bij de bekrachtiging van het Verdrag te Washington respectievelijk Moskou op 06-04-1972, ingetrokken.

Ratificatie door Bulgarije onder een voorbehoud met betrekking tot artikel 12, eerste lid.

Bulgarije heeft op 04-09-1994 het bij de ratificatie van het Verdrag gemaakte voorbehoud met betrekking tot artikel 12 ingetrokken.

Het betrof hier de nederlegging van een akte van toetreding van Maleisië.

Toetreding door Tunesië onder de volgende verklaring:

.

Toetreding door Verenigde Arabische Emiraten onder de volgende verklaring:

.

Naar aanleiding van bovenstaande door de Verenigde Arabische Emiraten afgelegde verklaring heeft de Regering van Israël op 05-01-1982 de volgende verklaring afgelegd:

Soevereiniteit over Hong Kong en toepasselijkverklaring op Hong Kong door China vanaf 01-07-1997.

Toepasselijkverklaring door China voor Macau SAR vanaf 20-12-1999 onder de volgende verklaring:

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Bosnië-Herzegowina op 22-07-1994.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Slovenië op 27-05-1992.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van de Tsjechische Republiek op 14-11-1994.

Ratificatie door Algerije onder de volgende verklaring:

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Bahamas op 16-07-1976.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Slowakije op 13-12-1995.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Papoea Nieuw-Guinea op 06-11-1975 onder de volgende verklaring:

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Papoea Nieuw-Guinea op 06-11-1975.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Suriname op 27-10-1978.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Suriname op 27-10-1978.

Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Slovenië op 27-05-1992, van Kroatië op 08-06-1993, van Bosnië-Herzegowina op 22-07-1994, van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op 07-01-1998 en van de Federale Republiek Joegoslavië op 17-07-2001.

Verklaringen van voortgezette gebondenheid van de Tsjechische Republiek op 14-11-1994 en voor Slowakije op 13-12-1995.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kroatië op 08-06-1993.

Toepasselijkverklaring door Portugal voor Macau met ingang van 19-07-1999.

Op 20-12-1999 heeft de Volksrepubliek China het gezag over Macao van Portugal overgenomen. De Volksrepubliek China heeft op 13-12-1999 het Verdrag van blijvende toepassing verklaard op Macao dat vanaf 20-12-1999 een ‘Special Administrative Region’ van dit land is geworden.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van de Federale Republiek Joegoslavië op 17-07-2001.

Toetreding door Cuba onder de volgende verklaring:

Toetreding door Andorra onder de volgende verklaring:

Verklaring van voortgezette gebondenheid van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op 07-01-1998