RvdW 2015/862
Schadeverzekering; subrogatie o.g.v. art. 7:962 lid 1 BW; doorwerking billijkheidscorrectie van art. 6:101 lid 1 BW ook wat betreft subjectieve omstandigheden verzekerde.
HR 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1873
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04464
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1873, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:462, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑05‑2014
- Wetingang
Art. 6:101, 7:962 BW
Essentie
Schadeverzekering; subrogatie o.g.v. art. 7:962 lid 1 BW; doorwerking billijkheidscorrectie van art. 6:101 lid 1 BW ook wat betreft subjectieve omstandigheden verzekerde.
Art. 7:962 lid 1 BW bepaalt dat vorderingen tot vergoeding van schade van de verzekerde overgaan op de verzekeraar voor zover deze laatste die schade vergoedt. Uitgangspunt moet dan zijn dat de billijkheidscorrectie van art. 6:101 lid 1 BW doorwerkt in de (regres)verhouding tussen verzekeraars op gelijke wijze als deze zou gelden in de verhoudingen tussen de verzekerden. Dat geldt ook indien de billijkheidcorrectie verband houdt met subjectieve omstandigheden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.