AB 2010/244
Ontbreken rechtsmiddelverwijzing bij uitspraak op bezwaar. Verschoonbare termijnoverschrijding. De gevolgen van het ontbreken van een rechtsmiddelverwijzing mogen in beginsel niet voor rekening belanghebbende komen.
HR 19-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7954, m.nt. D.W.M. Wenders (leges Maastricht)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 2010
- Magistraten
Mrs. J.W. van den Berge, C. Schaap, J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp, M.W.C. Feteris
- Zaaknummer
08/00958
- Noot
D.W.M. Wenders
- LJN
BL7954
- Roepnaam
leges Maastricht
- JCDI
JCDI:ADS874800:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL7954, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑2010
- Wetingang
Essentie
Ontbreken rechtsmiddelverwijzing bij uitspraak op bezwaar. Verschoonbare termijnoverschrijding. De gevolgen van het ontbreken van een rechtsmiddelverwijzing mogen in beginsel niet voor rekening belanghebbende komen.
Samenvatting
Het als beroepschrift aangemerkte bezwaar tegen de brief van 21 augustus 2007 is na het verstrijken van de wettelijke termijn voor het instellen van beroep ingediend. Het daaraan als regel te verbinden gevolg, te weten niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, blijft op grond van artikel 6:11 Awb achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat belanghebbenden in verzuim zijn geweest door pas na afloop van de termijn een beroepschrift tegen de beslissing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.