Rb. Zwolle-Lelystad, 11-09-2008, nr. 147279 / JZ RK 08-538
ECLI:NL:RBZLY:2008:BF8671
- Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Datum
11-09-2008
- Zaaknummer
147279 / JZ RK 08-538
- LJN
BF8671
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZLY:2008:BF8671, Uitspraak, Rechtbank Zwolle-Lelystad, 11‑09‑2008; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 11‑09‑2008
Inhoudsindicatie
Verklaring van een gedragswetenschapper als bedoeld in art. 29B Wet op de Jeugdzorg, die niet aan de wettelijke criteria voldoet.
Partij(en)
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
Locatie Zwolle
zaak/rolnr.: 147279 / JZ RK 08-538
datum: 11 september 2008
beschikking van de kinderrechter
inzake
LEGER DES HEILS JEUGDZORG & RECLASSERING,
namens BUREAU JEUGDZORG OVERIJSSEL,
gevestigd te Zutphen,
vertegenwoordigd door R. Pullen,
hierna als de gezinsvoogdijinstelling aangeduid,
verzoekster,
met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige], geboren op [datum] 1992 in de gemeente [plaats],
kind van [moeder] en [vader].
Belanghebbende:
[moeder],
wonende te [plaats],
hierna als de moeder aangeduid.
De moeder is belast met het gezag.
Het procesverloop
De gezinsvoogdijinstelling heeft op 16 juli 2008 onder bovenvermeld zaaknummer een verzoekschrift ingediend tot verlenging ondertoezichtstelling en tot machtiging uithuisplaatsing.
Omdat machtiging is verzocht tot plaatsing van de minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg is op 16 juli 2008 aan het bureau rechtsbijstandvoorziening bevolen een advocaat aan de minderjarige toe te voegen.
De kinderrechter heeft kennis genomen van:
- -
een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing;
- -
een schriftelijke bijlage van de minderjarige waarop zijn persoonlijke doelen vermeld staan;
- -
het plan van aanpak d.d. 1 juli 2008;
- -
een verklaring van drs. [A] d.d. 4 juli 2008, welke verklaring is ondertekend door drs. [B], hoofd behandeling Jongerenhuis ‘Harreveld’;
- -
indicatiebesluiten d.d. 31 januari 2008 en 24 juli 2008.
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren op 11 september 2008.
Verschenen zijn:
- -
de moeder;
- -
[C] namens de gezinsvoogdijinstelling.
De minderjarige heeft, bijgestaan door mr. drs. P.L. Hellinga, gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid te worden gehoord.
Vaststaande feiten
De minderjarige verblijft elders.
Bij beschikking van 24 september 2007 heeft de kinderrechter in deze rechtbank de minderjarige tot 14 september 2008 onder toezicht gesteld van de gezinsvoogdijinstelling.
Tevens is bij die beschikking de gezinsvoogdijinstelling gemachtigd de minderjarige tot
- 14.
september 2008 uit huis te plaatsen in een accommodatie zorgaanbieder 24-uurs.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 18 februari 2008 de gezinsvoogdijinstelling gemachtigd de minderjarige tot 14 september 2008 uit huis te plaatsen in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg.
Beoordeling van de zaak
De gezinsvoogdijinstelling heeft verlenging van de termijn van de ondertoezichtstelling met een jaar verzocht.
Tevens heeft de gezinsvoogdijinstelling ter effectuering van het bijgevoegde indicatiebesluit verlenging van de termijn van de machtiging uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg voor de duur van het indicatiebesluit verzocht.
Ter onderbouwing van haar verzoek verwijst de gezinsvoogdijinstelling naar de overgelegde stukken.
De kinderrechter komt op grond van de overgelegde stukken en hetgeen tijdens de zitting naar voren is gebracht tot de slotsom dat, indien de ondertoezichtstelling niet zou worden verlengd, de minderjarige nog steeds zodanig opgroeit dat de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid ernstig worden bedreigd en dat andere maatregelen in een vrijwillig kader ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of naar is te voorzien, zullen falen. Het verzoek ten aanzien van de ondertoezichtstelling zal worden toegewezen.
De advocaat van de minderjarige maakt namens de minderjarige bezwaar tegen het verlenen van de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De minderjarige heeft in Harreveld de nodige certificaten behaald. Hij heeft tijdens zijn verblijf in Harreveld al zoveel geleerd dat het tijd wordt, het geleerde thuis, althans buiten een gesloten setting, in praktijk te brengen. De minderjarige voelt zich daartoe goed in staat.
De advocaat van de minderjarige voert namens de minderjarige tevens aan dat het indicatiebesluit en de verklaring van de gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 29b van de Wet op de jeugdzorg niet aan de daar aan te stellen eisen voldoen. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat beide documenten, of een ervan, niet aanwezig zijn/is zodat ook daarom het verzoek tot verlening van een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg dient te worden afgewezen.
Bij navraag door de advocaat bleek overigens dat drs. [A] niet bij het N.I.P. bekend is.
De moeder maakt eveneens bezwaar tegen toewijzing van het verzoek.
De overgelegde verklaring van de gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 29b van de Wet op de Jeugdzorg luidt als volgt:
“4 JULI 2008
Verklaring gedragswetenschapper in het kader van machtiging gesloten plaatsing (art. 29b WJZ)
Datum: 04-07-2008
Betreft jeugdige: [minderjarige], geboren te [plaats] op [datum]1992 Kenmerk jeugdige: smal postuur, kort bruin haar, donkerbruine ogen.
zoon/dochter van
mevrouw [moeder] te [plaats].
Hierbij verklaart de gezinsvoogdijinstelling Leger des Heils Zutphen (hierna te noemen: GVD) dat zich een geval als bedoeld in artikel 29b lid 3 van de Wet op de Jeugdzorg (hierna: WJZ) voordoet, in die zin dat [minderjarige] ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen heeft die (zijn/haar) ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
Bovengenoemde verklaring behoeft, conform artikel 29b lid 5 WJZ, de instemming van een gedragswetenschapper behorende tot een bij regeling van Onze Ministers aangewezen categorie, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht.
Mevrouw drs. [A], als gedragswetenschapper werkzaam bij Jongerenhuis Harreveld en in die zin behorende tot de in artikel 29b lid 5 WJZ bedoelde categorie van gedragswetenschappers heeft [minderjarige] onderzocht op 27 -06-2008.
Hierbij stemt de gedragswetenschapper onder supervisie van een BIG geregistreerde Gz-psycholoog in met de verklaring van GVD dat zich een geval als bedoeld in artikel 29b lid 3 WJZ voordoet.
Drs. [B]
Hoofd behandeling Jongerenhuis 'Harreveld' ”
De verklaring van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 29b van de Wet op de jeugdzorg heeft als functie de kwaliteit van de procedure tot het verkrijgen van een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg te verbeteren. Tevens is het een hulpmiddel voor de rechter bij de toetsing van het wettelijke criterium tot het verlenen van de zo’n machtiging. De kinderrechter wijst erop dat plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg, een diep in de persoonlijke levenssfeer van de minderjarige ingrijpende maatregel is. Het gaat immers om een vrijheidsontnemende maatregel. Een daartoe strekkende machtiging mag dan ook naar het oordeel van de kinderrechter niet lichtvaardig verleend worden.
Naar het oordeel van de kinderrechter voldoet de hiervoor geciteerde en overgelegde verklaring van de gedragswetenschapper niet aan de daaraan te stellen eisen. De verklaring houdt nauwelijks meer in dan een herformulering van het wettelijke criterium. Eigen motiverende overwegingen van de gedragswetenschapper ontbreken. Met name is niet duidelijk waaruit het onderzoek van de minderjarige heeft bestaan.
De kinderrechter gaat er dan ook vanuit dat een verklaring als bedoelt in artikel 29b van de Wet op de jeugdzorg ontbreekt, zodat het verzoek tot het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg in beginsel behoort te worden afgewezen.
Omdat de beslissing van de kinderrechter niet primair is gebaseerd op zijn oordeel dat plaatsing van de minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg niet in de reden ligt, ziet de kinderrechter aanleiding de machtiging voor een korte termijn te verlenen, zodat alle betrokkenen in de gelegenheid zijn zich thans op de vervolgstappen te beraden
Omdat het oordeel van de kinderrechter over de verklaring van de gedragswetenschapper reeds voldoende dragend is voor zijn beslissing, zal de kinderrechter verder niet ingaan op de opmerkingen van de advocaat van de minderjarige over het indicatiebesluit, waarvan er overigens een tweetal in het dossier aanwezig is.
De kinderrechter komt op grond van de overgelegde stukken en hetgeen tijdens de zitting over en weer naar voren is gekomen tot de slotsom dat wegens ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken, het noodzakelijk is de gezinsvoogdijinstelling te machtigen de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg uithuis te plaatsen voor drie weken. Het verzoek ten aanzien van de machtiging uithuisplaatsing zal worden toegewezen voor de duur van 3 weken, teneinde de gezinsvoogdijinstelling de gelegenheid te geven zich te beraden.
Aan de plaatsing zijn kosten verbonden, in welke kosten de ouders dienen bij te dragen, conform het Besluit Justitiële Kinderbescherming en Vrijwillige Jeugdhulpverlening.
Beslissing
Verlengt de termijn van de ondertoezichtstelling van de minderjarige voornoemd met ingang van 14 september 2008 tot 14 september 2009.
Handhaaft BUREAU JEUGDZORG OVERIJSSEL als gezinsvoogdijinstelling, uit te voeren door het LEGER DES HEILS JEUGDZORG & RECLASSERING.
Verleent de gezinsvoogdijinstelling machtiging de minderjarige voornoemd met ingang van 14 september 2008 tot 5 oktober 2008 uit huis te plaatsen in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg.
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. W. Miltenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
- P.
Groothedde als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 september 2008.
Hoger beroep
Mocht u, verzoeker of belanghebbende, zich niet met de beslissing van de kinderrechter kunnen verenigen, dan kunt u daartegen hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, als nevenzittingsplaats van het gerechtshof te Arnhem. Hoger beroep dient binnen een bepaalde termijn te worden ingesteld, tenzij een ander dat al heeft gedaan. Die termijn is voor verzoeker en voor de belanghebbende, aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden, drie maanden na de datum van de uitspraak.
Voor het instellen van hoger beroep is tussenkomst van een advocaat verplicht.