Einde inhoudsopgave
Aanvullend protocol bij het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) inzake de digitale vrachtbrief
Artikel 13 Wijzigingen
Geldend
Geldend vanaf 05-06-2011
- Bronpublicatie:
20-02-2008, Trb. 2008, 130 (uitgifte: 26-06-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-06-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-05-2011, Trb. 2011, 92 (uitgifte: 27-05-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
Zodra dit Protocol van kracht is, kan het overeenkomstig de in dit artikel omschreven procedure worden gewijzigd.
2.
Elke door een Partij bij dit Protocol voorgestelde wijziging van dit Protocol dient ter bestudering en besluitvorming te worden ingediend bij de Subcommissie voor het wegvervoer van de Economische Commissie voor Europa (UNECE).
3.
De Partijen bij dit Protocol stellen alles in het werk om consensus te bereiken. Indien ondanks deze inspanningen over de voorgestelde wijziging geen consensus wordt bereikt, wordt deze in laatste instantie aangenomen met een tweederdemeerderheid van de Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen. Het Secretariaat van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties doet een voorgestelde wijziging die bij consensus of met een tweederde meerderheid van de Partijen is aangenomen toekomen aan de Secretaris-Generaal die deze ter aanvaarding toezendt aan alle Partijen bij dit Protocol alsmede aan de ondertekenende Staten.
4.
Binnen een tijdvak van negen maanden na de datum waarop de voorgestelde wijziging door de Secretaris-Generaal is verzonden, kan elke Partij de Secretaris-Generaal ervan in kennis stellen dat zij bezwaar maakt tegen de voorgestelde wijziging.
5.
De voorgestelde wijziging wordt geacht te zijn aanvaard indien aan het eind van het tijdvak van negen maanden voorzien in het voorgaande lid, geen kennisgevingen van bezwaar zijn ontvangen van een Partij bij dit Protocol. Indien een bezwaar is ontvangen, heeft de voorgestelde wijziging geen gevolgen.
6.
Indien een land tussen het tijdstip van kennisgeving van een voorstel tot wijziging en het eind van het tijdvak van negen maanden voorzien in het vierde lid van dit artikel, Partij wordt bij dit Protocol, stelt het secretariaat van de Subcommissie voor het wegvervoer van de Economische Commissie van Europa de nieuwe Staat die Partij is geworden zo spoedig mogelijk in kennis van de voorgestelde wijziging. De nieuwe Partij kan de Secretaris-Generaal voor het eind van dit tijdvak van negen maanden ervan in kennis stellen bezwaar te maken tegen de voorgestelde wijziging.
7.
De Secretaris-Generaal stelt alle Partijen zo spoedig mogelijk in kennis van bezwaren gerezen in overeenstemming met het vierde en zesde lid van dit artikel alsmede van elke wijziging die in overeenstemming met het vijfde lid van dit artikel is aanvaard.
8.
Elke wijziging die wordt geacht te zijn aanvaard treedt zes maanden na de datum van de kennisgeving van aanvaarding door de Secretaris-Generaal aan de Partijen in werking.