HR, 13-03-2018, nr. 17/04905 Bv
ECLI:NL:HR:2018:338
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13-03-2018
- Zaaknummer
17/04905 Bv
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:338, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑03‑2018; (Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:198
ECLI:NL:PHR:2018:198, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2018
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2018:338
- Vindplaatsen
Uitspraak 13‑03‑2018
Inhoudsindicatie
Beklag, klaagschrift advocaat. Ontvankelijkheid cassatieberoep gericht tegen fictieve beschikking Rb. Tegen het uitblijven van een beschikking staat geen beroep in cassatie open, zodat betrokkene niet in het ingestelde beroep kan worden ontvangen.
Partij(en)
13 maart 2018
Strafkamer
nr. S 17/04905 Bv
DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen het uitblijven van een beschikking van de Rechtbank Den Haag in de zaak van:
[betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1947.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze hebben C.N.M. Dekker en P.H.L.M. Souren, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd dat de betrokkene niet-ontvankelijk wordt verklaard in het beroep.
De raadsman P.H.L.M. Souren heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak is naar aanleiding van een schriftelijke volmacht als bedoeld in art. 450, derde lid, Sv door de griffier bij de Rechtbank Den Haag op 26 september 2017 een cassatieakte opgemaakt met de volgende inhoud:
"Heden, 26 september 2017, verscheen ter griffie van de rechtbank Den Haag, (...)
die verklaarde door na te noemen persoon bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd tot het instellen van beroep in cassatie inzake:
[betrokkene],
(...)
tegen de fictieve beschikking van de rechtbank Den Haag, d.d. 11 september 2017. Het klaagschrift is op 11 augustus ingediend. Krachtens artikel 552a lid 7 moet in geval van een geheimhouder binnen dertig dagen, dus uiterlijk 11 september zijn beslist. Dat is niet gebeurd, waardoor sprake is van een fictief besluit tot ongegrondverklaring van het klaagschrift."
Tegen het uitblijven van een beschikking staat geen beroep in cassatie open. De betrokkene kan in het ingestelde beroep niet worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 maart 2018.
Conclusie 13‑02‑2018
Inhoudsindicatie
Beklag, klaagschrift advocaat. Ontvankelijkheid cassatieberoep gericht tegen fictieve beschikking Rb. Tegen het uitblijven van een beschikking staat geen beroep in cassatie open, zodat betrokkene niet in het ingestelde beroep kan worden ontvangen.
Nr. 17/04905 Bv Zitting: 13 februari 2018 | Mr. P. Vegter Conclusie inzake: [betrokkene] |
Namens klager heeft mr. C.N.M. Dekker op 11 augustus 2017 een klaagschrift op grond van artikel 98, vierde lid, en artikel 552a, Sv ingediend bij de rechtbank Den Haag. Blijkens de ‘akte instellen beroep in cassatie’ heeft voornoemd gerecht nagelaten binnen de wettelijke termijn van dertig dagen na ontvangst van het klaagschrift, conform het bepaalde in artikel 552a, zevende lid, Sv, te beslissen.
Namens klager hebben mr. C.N.M. Dekker en mr. P.H.L.M. Souren, beiden advocaat te Amsterdam, een middel van cassatie voorgesteld.
Het middel houdt in dat de rechtbank Den Haag een fictief besluit tot ongegrondverklaring van het klaagschrift heeft genomen omdat het heeft nagelaten binnen de wettelijke termijn van dertig dagen na ontvangst van het klaagschrift conform het bepaalde in artikel 552a, zevende lid, Sv te beslissen.
Gelet op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen kan tegen het uitblijven van een beschikking geen beroep in cassatie worden ingesteld.
Deze conclusie strekt ertoe dat de betrokkene niet-ontvankelijk wordt verklaard in het ingestelde beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG