Prg. 1998, 4954:Indien 33-jarige dochter sedert haar geboorte onafgebroken met haar moeder in de woning woont, is geen sprake van een aflopende kind-ouder samenlevingssituatie doch van samenwoning van twee gelijkwaardige huisgenoten.

Prg. 1998, 4954

Indien 33-jarige dochter sedert haar geboorte onafgebroken met haar moeder in de woning woont, is geen sprake van een aflopende kind-ouder samenlevingssituatie doch van samenwoning van twee gelijkwaardige huisgenoten.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Indien 33-jarige dochter sedert haar geboorte onafgebroken met haar moeder in de woning woont, is geen sprake van een aflopende kind-ouder samenlevingssituatie doch van samenwoning van twee gelijkwaardige huisgenoten.

Samenvatting

Medebewoonster (33 jaar) vordert na overlijden van haar moeder dat zij de huurovereenkomst op eigen naam voortzet. Verhuurster stelt dat bij het samenleven van ouder en kind ook na de meerderjarigheid van het kind sprake is van een aflopende samenlevingssituatie en niet van een blijvende samenwoning. In reconventie vordert verhuurster primair dat bewoonster zal worden veroordeeld de woning te ontruimen en subsidiair — voor het geval bewoonster huurster ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.