Prg. 2014/247
Omdat art. 10 Algemene Voorwaarden Woninghypotheken van ABN AMRO de redenen voor wijziging van de opslag hypotheekrente benoemt, is dit beding niet oneerlijk in de zin van Richtlijn 93/13/EEG, noch onredelijk bezwarend.
Hof Amsterdam 12-08-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3638
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
12 augustus 2014
- Magistraten
Mrs. G.B.C.M. van der Reep, M.M.M. Tillema, A.C. van Schaick
- Zaaknummer
200.137.594/01
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2014:3638, Uitspraak, Hof Amsterdam, 12‑08‑2014
- Wetingang
Art. 6:233 sub a, 6:236 sub a BW; art. 3, 4 Richtlijn 93/13/EEG; art. 3 lid 3 Onderdeel ‘j’ bijlage bij Richtlijn 93/13/EEG
Essentie
Verbintenissenrecht. Is rentewijzigingsbeding in hypotheekovereenkomst oneerlijk in zin van Richtlijn 93/13/EEG?
Nee, omdat art. 10 van de Algemene Voorwaarden voor Woninghypotheken de redenen voor wijziging van de opslag benoemt en onredelijk bezwarendheid niet is gebleken.
Samenvatting
Appellanten komen op tegen het oordeel van de kantonrechter Amsterdam dat, onder meer, de renteopslag voor hun hypotheeklening bij ABN AMRO niet vast is en dat het rentewijzigingsbeding in de ‘Algemene Voorwaarden voor Woninghypotheken’ niet wordt vernietigd, zodat appellanten geen recht hebben op vergoeding van enige schade.
Het hof overweegt dat ABN AMRO contractueel de bevoegdheid heeft het rente(opslag)percentage ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.