V-N 2021/37.18
ABRvS ‘gaat om’ bij bepalen of sprake is van onderhuurder
ABRvS 01-09-2021, ECLI:NL:RVS:2021:1959, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
1 september 2021
- Magistraten
Daalder
- Zaaknummer
202005715/1/A2
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS289978:1
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2021:1959, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 01‑09‑2021
- Wetingang
art. 2 lid 1 Awir
Essentie
De Raad van State overweegt, anders dan zij eerder heeft gedaan, dat bij de bepaling of sprake is van een onderhuurder niet vereist is dat ter bewijs van een onderhuurrelatie voorafgaand aan die relatie een schriftelijke overeenkomst bestaat.
Samenvatting
X huurt een woonruimte. Sinds 17 augustus 2017 staat ook een ander persoon op dit adres ingeschreven. Volgens X gaat het om een onderhuurder. Bij de berekening van het recht op huurtoeslag van X over 2019 merkt de Belastingdienst de andere persoon aan als medebewoner, zodat het inkomen van deze persoon meetelt bij de berekening van de huurtoeslag. Als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.