De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/3.7:3.7 Conclusie
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/3.7
3.7 Conclusie
Documentgegevens:
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS387243:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Alhoewel er relatief weinig wettelijke regels bestaan die betrekking hebben op de werving van personeel, leidt dit nog niet tot de conclusie dat de werving van personeel niet genormeerd is en de sollicitant daardoor 'vogelvrij' is. Zo is het in beginsel wettelijk verboden om bij de werving van personeel ongerechtvaardigd onderscheid te maken. Ook gaat er een zekere normerende werking uit van de NVP Sollicitatiecode en de Aanbeveling werving en selectie van de STAR.
De ondernemingsraad heeft, behalve bij de voorgenomen benoeming van een bestuurder van een onderneming, geen rol bij de werving, selectie en aanstelling van een individuele werknemer. Dit neemt echter niet weg dat de ondernemingsraad door de instrumenten die de Wet op de ondernemingsraden hem biedt, de mogelijkheid heeft om de rechtspositie van de sollicitant en werknemer in zijn algemeenheid te verbeteren.
Dat de werving nog slechts het begin is van de sollicitatiefase, doet niets af aan het belang ervan voor de gehele precontractuele fase. Door de functie, de functie-eisen, functiewaarden en arbeidsvoorwaarden zo duidelijk mogelijk te omschrijven, wordt de kiem gelegd voor een eerlijke kans op aanstelling. Hierdoor kan worden voorkomen dat bij werkgever of werknemer een onjuiste voorstelling van zaken wordt gewekt. Een uitvoerige functieomschrijving met het daarbij behorende takenpakket verschaffen werkgever en werknemer bovendien een toetsbaar referentiekader voor het functioneren van de werknemer. De invloed hiervan laat zich gelden bij ontslag in en buiten de proeftijd. Het gevaar voor ontslag op willekeurige gronden kan hierdoor worden beperkt.