HR, 15-02-2022, nr. 21/03036
ECLI:NL:HR:2022:186
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15-02-2022
- Zaaknummer
21/03036
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2022:186, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑02‑2022; (Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHARL:2021:6727
- Vindplaatsen
Uitspraak 15‑02‑2022
Inhoudsindicatie
Medeplegen verduistering personenauto (art. 321 Sr), poging tot doodslag, meermalen gepleegd (art. 287 Sr) en gevaar op weg veroorzaken (art. 5 WVW 1994) door in 2020 in Emmen tijdens vlucht voor politie met hoge snelheid in te rijden op politieauto’s. HR: art. 80a RO, zonder schriftelijk standpunt AG.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/03036
Datum 15 februari 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 juli 2021, nummer 21-004265-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft H.A. Koning, advocaat te Ees, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. BroekhuizenMeuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 februari 2022.