Ktg. Heerenveen, 30-10-2003
ECLI:NL:RBLEE:2003:AN1578
- Instantie
Kantongerecht Heerenveen
- Datum
30-10-2003
- Zaaknummer
[2003-10-30/WR_90049]
- LJN
AN1578
- Vakgebied(en)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBLEE:2003:AN1578, Uitspraak, Rechtbank Leeuwarden, 30‑10‑2003; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 30‑10‑2003
Inhoudsindicatie
Geschil tussen de Gereformeerde Kerk te Lemmer (verhuurder) en de huurster van de zich in het kerkgebouw bevindende horecaruimte. De Kerk stelt zich op het standpunt dat de huurovereenkomst geeindigd is en dat huurster het gehuurde moet verlaten en ontruimen. De kantonrechter is allereerst verzocht om een uitspraak te doen over het toepasselijke huurregime. De kantonrechter oordeelt dat de huuroverenkomst moet worden aangemerkt als een artikel 7:290 BW / 7A:1624 BW (oud) huurovereenkomst. Partijen wordt na het vonnis een termijn gegund om tot een mogelijke regeling van het geschil te komen.
Rechtbank Leeuwarden
Sector Kanton
Locatie Heerenveen
Uitspraak: 30 oktober 2003
Zaak-/rolnummer: 130311 /CV EXPL 03 - 1136
VONNIS
in de zaak van
De rechtspersoon ex art. 2:2 BW
DE GEREFORMEERDE KERK TE LEMMER,
zetelende te Lemmer, gemeente Lemsterland,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr A.C. Zillinger Molenaar,
tegen
[gedaagde],
wonende te Lemmer, gemeente Lemsterland,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr G.R. Winter.
1. Procesverloop
Op de bij dagvaarding vermelde gronden heeft eisende partij, hierna te noemen de Kerk, gevorderd
1. voor recht te verklaren dat voor het gehuurde van toepassing is het regime van de Huurwet (hoofdstuk VI A);
2. te bepalen dat de huur per 1 oktober 2002 is geëindigd;
3. gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde], te veroordelen om -binnen 30 dagen na betekening van het vonnis te veroordelen tot ontruiming van Het Baken met -wanneer [gedaagde] geheel of gedeeltelijk daarmee in gebreke blijft- machtiging op de Kerk deze ontruiming zelf te (doen) bewerkstelligen;
4. te bepalen dat [gedaagde] voor elke maand of gedeelte daarvan dat zij na 30 september 2002 het genot heeft gehad en nog zal hebben, een vergoeding aan de Kerk verschuldigd is geworden c.q. zal worden ter hoogte van € 472,69 exclusief BTW;
5. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
[gedaagde] heeft bij antwoord, onder overlegging van producties, de vordering betwist en op de daarbij vermelde gronden in reconventie gevorderd de Kerk te veroordelen tot betaling van € 1.764,95 met rente en kosten.
Na repliek in conventie tevens antwoord in reconventie met producties en na dupliek in conventie tevens repliek in reconventie met producties alsmede na dupliek in reconventie is vonnis bepaald.
Bij tussenvonnis van 24 juli 2003 werd een comparitie van partijen gelast, welke op 8 oktober 2003 in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden heeft plaatsgevonden.
Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden, welke bij de stukken is gevoegd.
Het vonnis is bepaald op heden.
2. De overwegingen
Vooropgesteld wordt dat partijen ter comparitie uitdrukkelijk hebben aangegeven in eerste instantie behoefte te hebben aan duidelijkheid omtrent het ten deze van toepassing zijnde huurregime en zij hebben de kantonrechter verzocht op dat punt uitspraak te doen.
a. De vaststaande feiten
Voor zover thans van belang is het navolgende als gesteld en erkend, dan wel als niet of onvoldoende weersproken, komen vast te staan:
De Kerk is eigenares van het kerkgebouw gelegen aan de Nieuwburen 38, alsmede van de nevenruimte "Het Baken", gelegen aan de Wiepke Hofstraat 2 te Lemmer.
In de loop van 1995 heeft de Kerk Het Baken ter exploitatie van de zich daarin bevindende horecavoorziening aan [gedaagde] verhuurd. Het ging hierbij om een mondelinge huurovereenkomst.
In 2001 heeft de Kerk Het Baken fors verbouwd. Partijen hebben toen een schriftelijke huurovereenkomst gesloten. Hoewel partijen overeenstemming hadden bereikt omtrent een 5-jarige huurperiode met een verlengingsoptie voor een zelfde periode en de inhoud van de huurovereenkomst geheel op dit uitgangspunt werd toegesneden -inclusief een gedurende de eerste 4 jaren langzaam oplopende huurprijs-, werd de huurperiode op verzoek van [gedaagde] uiteindelijk beperkt tot één jaar, namelijk van 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2002 met een opzegtermijn van drie maanden.
In die periode bedroeg de huur € 472,69 exclusief btw per maand.
Behalve het wijzigen van de huurperiode van 5 jaar naar 1 jaar en de aanpassing van de opzegtermijn, heeft overigens geen wijziging van de tekst plaats gevonden. De huurprijsstaffel en alle overige bepalingen bleven ongewijzigd gehandhaafd.
Omtrent de bestemming van het gehuurde is in de huurovereenkomst het navolgende bepaald:
"1.3 Het gehuurde mag uitsluitend worden gebruikt als vergaderlokaal, waarin horeca-activiteiten mogen plaatsvinden, welke de belangen van de Gereformeerde Kerk niet mogen schaden. In alle gevallen dienen de door verhuurder belegde kerkelijke vergaderingen en kerkelijke verenigingsactiviteiten, mits binnen een termijn van drie maanden aangegeven, voorrang te hebben op andere door huurder aan te nemen activiteiten. Tijdens en na kerkdiensten dient huurder het gehuurde open te stellen voor kerkelijke activiteiten."
"1.6 Het is huurder niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder een andere bestemming te geven dan omschreven in 1.3."
In de praktijk was en is Het Baken echter behalve als vergader- en activiteitenruimte voor aan de Kerk gelieerde organisaties en verenigingen, ook voor allerhande andere activiteiten in gebruik. Zo vinden er recepties van allerlei aard plaats, worden de ruimtes wel verhuurd voor feesten, partijen en (door [gedaagde] georganiseerde) bingo-avonden en vinden er concerten en toneelvoorstellingen plaats. Bij al deze gelegenheden verzorgt [gedaagde] de horeca-voorziening.
De Kerk heeft tegen deze wijze van gebruik door [gedaagde] geen bezwaren geuit.
b. De standpunten van partijen
De Kerk is van mening dat Het Baken als 7:230 a BW-bedrijfsruimte moet worden aangemerkt en stelt daartoe dat -hoewel de Kerk een ruimere exploitatie door [gedaagde] toestaat- er beslist geen sprake is van een "open horeca-" exploitatie aangezien de bijeenkomsten in Het Baken in overwegende mate een besloten karakter hebben. Het is juist dat er ook concerten en toneelvoorstellingen in Het Baken worden gegeven, maar dit zou slechts incidenteel voorkomen.
[gedaagde] stelt harerzijds dat Het Baken zowel qua ruimte, als qua gebruik daarvan volledig valt onder de omschrijving van artikel 7:290 BW (7A:1624 BW). Zij wijst er daarbij op dat dat in het gehuurde concerten, toneelvoorstellingen en bingo-avonden worden gehouden die voor publiek toegankelijk zijn, terwijl ook de recepties e.d. niet voor een zodanig besloten kring toegankelijk zijn, dat reeds op die grond het Huurwet-regime (thans artikel 7:230 a BW) van toepassing verklaard zou moeten worden.
Zij memoreert daarbij ook dat de door de Kerk thans gewenste huurprijs ook eerder correspondeert met prijzen, die voor 7:290 BW-bedrijfsruimten gangbaar zijn.
c. De beoordeling
Naar uit de stellingen en mededelingen van partijen valt op te maken wordt Het Baken behalve voor vergaderingen van kerkelijke en daaraan gelieerde organen c.q. verenigingen, feitelijk ook voor andere, ruimere, doeleinden gebruikt.
Zo worden ruimten verhuurd ten behoeve van recepties, toneel- en muziekuitvoeringen en worden er bingo-avonden gehouden, terwijl er voorts ook zalenverhuur plaatsvindt waarbij de zaal zonder beperking voor publiek wordt opengesteld. [gedaagde] verzorgt in al deze gevallen de horecavoorziening.
Een en ander heeft -naar niet is weersproken- de instemming van de Kerk.
Kennelijk -het tegendeel is niet gesteld of gebleken- is Het Baken voor dit ruimere gebruik ook ingericht.
Op grond van het vorenstaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat Het Baken als bedrijfsruimte in de zin van de artikelen 7:290 e.v. BW moet worden aangemerkt.
Het enkele feit dat er bij sommige activiteiten wellicht een zekere selectie van het publiek zal plaatsvinden betekent nog niet dat het gehuurde reeds daarom niet aan het vereiste van publiekstoegankelijkheid voldoet. Het zelfde geldt voor de omstandigheid dat Het Baken niet altijd open is.
Relevant is dat -naar uit de stellingen en mededelingen valt te destilleren- het over het algemeen voor iedereen mogelijk is feitelijk Het Baken te betreden.
Uit het vorenstaande volgt dat dat op de huurovereenkomst het regime van de artikelen 7:290 e.v. BW (7A:1624 e.v. BW oud) van toepassing is.
Overeenkomstig de wens van partijen zal de procedure zal partijen een ruime termijn worden gegeven om zich omtrent het verdere verloop van de procedure uit te laten.
DE (VOORLOPIGE) BESLISSING
In conventie:
De kantonrechter:
wijst de vordering van de Kerk tot verklaring voor recht dat voor het gehuurde van toepassing is het regime van de Huurwet (hoofdstuk VI A), af;
In conventie en in reconventie:
verwijst de procedure naar de rolzitting van donderdag 15 januari 2004 voor uitlating aan de zijde van partijen omtrent het verdere verloop van de procedure;
houdt in afwachting hiervan iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. G.H. Varekamp-Vos, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 oktober 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 128