NJ 1927, p. 43
HR, 29-11-1926
HR 29-11-1926, ECLI:NL:HR:1926:12, m.nt. Mr. L. Ch. Besier
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 1926
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Jhr. Feith, Ort en Taverne.
- Zaaknummer
[29111926/NJ_1927,_p._43]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Mr. L. Ch. Besier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS150731:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:12, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑1926
- Wetingang
Samenvatting
De bewezenverklaring van verdachtes voornemen, geldswaardige goederen weg te nemen, kan op de opgave van verdachte, dat hij jassen heeft betast, of zich daarin ook lucifers bevonden ten einde zich hiervan toe te eigenen, niet berusten, zonder nadere beslissing omtrent verdachtes bedoeling, daar toch, wanneer het dezen te doen was om éen lucifer of enkele lucifers, er geen sprake zou kunnen zijn van wegneming van geldswaardig goed.
(Anders Concl. O. M.)
De naleving van het voorschrift van art. 359, lid 3, Sv. volgens zijne bedoeling — te weten nadere redengeving dan reeds in den inhoud der bewijsmiddelen ligt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.