NJB 2017/851
Concernvrijstelling. 403-verklaring. Intrekking. Beëindiging van de overblijvende aansprakelijkheid. Verzetregeling. Beoordelingsmaatstaf. Motiveringseisen. Hoge Raad: Indien het bestaan en de omvang van de vordering zijn betwist, dient de rechter het verzet gegrond te verklaren, tenzij en voor zover hij de vordering onmiskenbaar ongegrond acht. Aan zijn daarop betrekking hebbende oordeel zijn slechts beperkte motiveringseisen te stellen
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:546
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/00335
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:546, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1326, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2016
- Wetingang
(art. 2:403, 2:404 BW; art. 997 Rv)
Essentie
Concernvrijstelling. 403-verklaring. Intrekking. Beëindiging van de overblijvende aansprakelijkheid. Verzetregeling. Beoordelingsmaatstaf. Motiveringseisen. Hoge Raad: Indien het bestaan en de omvang van de vordering zijn betwist, dient de rechter het verzet gegrond te verklaren, tenzij en voor zover hij de vordering onmiskenbaar ongegrond acht. Aan zijn daarop betrekking hebbende oordeel zijn slechts beperkte motiveringseisen te stellen
Partij(en)
SNS Bank en SNS Reaal, adv. mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, vs. mrs. O.B.J. Poorthuis, P.R. Dekker en G. te Biesebeek q.q., curatoren in de faillissementen van 2SQR c.s., adv. mr. A.C. van Schaick, en CRI, adv. mrs. A.E.H. van der Voort ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.