Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 3.1.2 Het interne toezicht binnen de rechtspersoon
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 3.1.2 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
11-11-2021, Stb. 2021, 548 (uitgifte: 15-11-2021, kamerstukken: 35606)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2021, Stb. 2021, 590 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Aan het bevoegd gezag van een bijzondere instelling is een raad van toezicht verbonden.
2.
De raad van toezicht houdt toezicht op het bestuur van de rechtspersoon bij de uitvoering van diens werkzaamheden en diens uitoefening van bevoegdheden en staat dit bestuur met raad ter zijde.
3.
De leden van de raad van toezicht hebben daarin zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak. Een lid van een raad van toezicht heeft geen directe belangen bij de rechtspersoon die de instelling in stand houdt of de instelling zelf.
4.
De raad van toezicht is in elk geval belast met:
- a.
het benoemen, schorsen, ontslaan en vaststellen van de beloning van de bestuurders van de rechtspersoon die het bevoegd gezag vormt;
- b.
het goedkeuren van het bestuursreglement, de begroting, de jaarrekening, het bestuursverslag, en indien van toepassing, het strategisch meerjarenplan voor de instelling en een samenwerkingsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.6.1;
- c.
het toezien op de naleving van wettelijke verplichtingen en de omgang met de branchecode, bedoeld in artikel 2.5.4, eerste lid, door het bevoegd gezag;
- d.
het toezien op de rechtmatige verwerving en op de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen door het bevoegd gezag ten behoeve van de instelling;
- e.
het aanwijzen van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die verslag uitbrengt aan de raad; en
- f.
het jaarlijks verantwoording afleggen over de uitvoering van zijn taken en uitoefening van zijn bevoegdheden in het bestuursverslag.
5.
Het bevoegd gezag voorziet de raad van toezicht van onafhankelijke administratieve ondersteuning.
6.
In afwijking van het eerste lid kan een functionele scheiding tussen bestuur en toezicht worden aangebracht binnen het bestuur van de rechtspersoon die de instelling in stand houdt. De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing. Het bestuursverslag vermeldt de redenen voor de afwijking.