Rb. Noord-Holland, 05-02-2015, nr. 15/700321-14
ECLI:NL:RBNHO:2015:988
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
05-02-2015
- Zaaknummer
15/700321-14
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2015:988, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 05‑02‑2015; (Eerste aanleg - meervoudig, Mondelinge uitspraak, Op tegenspraak)
Uitspraak 05‑02‑2015
Partij(en)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700321-14
Uitspraakdatum: 5 februari 2015
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 5 februari 2015 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres]
De rechtbank heeft kennisgenomen van het standpunt van de officier van justitie
mr. A.M.H.G. Peters en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. B.J. de Groot, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks de periode van 23 juli 2012 tot en met 8 oktober 2013 te[plaats], in elk geval in Nederland,
één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 15 foto('s) en/of 13 film(s)
en/of
een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een personal computer (PC) (merk Sharkoon)
heeft verspreid en/of
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) (eventueel aanvullen met soort voorwerp) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich
(vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding
ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt
tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
2. Beroep op nietigheid van de dagvaarding
2.1.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft direct na de ondervraging, bedoeld in artikel 273 van het Wetboek van Strafvordering, betoogd dat de dagvaarding nietig dient te worden verklaard. De verdediging heeft daartoe overeenkomstig bijgevoegde pleitnota (Bijlage I) gesteld dat, nu een feitelijke omschrijving van de afbeeldingen vermeld in de tenlastelegging ontbreekt, niet duidelijk is waarop de aanklacht jegens verdachte is gebaseerd en de dagvaarding derhalve niet voldoet aan de in artikel 261 Wetboek van Strafvordering gestelde eisen. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de dagvaarding partieel nietig dient te worden verklaard, nu sprake is van een obscuur libel en de aanklacht niet de herleiden is naar een mogelijke gedraging als verwoord in het dossier.
2.2.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat uit het arrest van de Hoge Raad van 24 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1497) niet blijkt dat de nieuwe wijze van ten laste leggen, inhoudende dat een beperkt aantal afbeeldingen wordt ten laste gelegd en niet wordt verwezen naar concrete afbeeldingen, tot nietigheid van de dagvaarding leidt. De officier van justitie heeft betoogd dat de tenlastelegging voldoende duidelijk is en heeft geconcludeerd tot verwerping van het verweer.
2.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank merkt op dat het in deze zaak gaat om in totaal 15 foto’s en 13 films die bij verdachte zijn aangetroffen. Hiervan is het standpunt van het Openbaar Ministerie, dat daarop – kort gezegd – kinderporno is afgebeeld. In de tenlastelegging wordt een (groot aantal) afbeeldingen, te weten (15) foto’s en (13) films vermeld en/of een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een personal computer (PC) (merk Sharkoon).
Bij een tenlastelegging die is gebaseerd op overtreding van artikel 240b, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (kinderpornografie) dient de seksuele gedraging die op de desbetreffende afbeelding te zien is voldoende feitelijk te zijn omschreven. De enkele vermelding “afbeelding van een seksuele gedraging” is in dit verband niet voldoende. De rechtbank stelt allereerst vast dat in deze zaak de desbetreffende seksuele gedragingen voldoende feitelijk zijn omschreven om tot het oordeel te kunnen komen dat sprake is van kinderpornografie.
Uit de tenlastelegging blijkt echter niet op welke afbeeldingen de tenlastelegging nu precies ziet. Er is immers geen verwijzing gemaakt naar titels van foto- en/of filmbestanden en/of afbeeldingen en evenmin naar een bijlage in het dossier, waaruit zou kunnen volgen op welke foto’s, films of afbeeldingen wordt gedoeld. Aldus is zowel voor verdachte en de rechtbank niet duidelijk welke bestanden de omschreven seksuele gedragingen betreffen. Daarbij kan nog in het midden blijven dat niet wordt aangegeven welke seksuele gedragingen op een of meer foto’s, films en/of afbeeldingen te zien zijn.
Gelet op het voorgaande voldoet de dagvaarding niet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering en zal deze overeenkomstig het verzoek van verdachte nietig worden verklaard.
3. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart de dagvaarding nietig.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.M. Sassenburg, voorzitter,
mr. L.J. Saarloos en mr. G.A.M. van Dijk, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier S.D.M. Piet,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 februari 2015.