Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte
Artikel 34 [Werkwijze huurcommissie]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2010
- Bronpublicatie:
23-12-2009, Stb. 2010, 28 (uitgifte: 02-02-2010, kamerstukken: 31903)
- Inwerkingtreding
01-04-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-2010, Stb. 2010, 133 (uitgifte: 30-03-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
Huurrecht / Huurprijzen
1.
De zittingsvoorzitter heeft de leiding van de zitting.
2.
De zittingsvoorzitter en de aan de zitting deelnemende zittingsleden van de zittingscommissie maken zich voor de aanvang van de behandeling van het verzoek bekend en ondervragen vervolgens partijen of hun gemachtigden alsmede door partijen voor de aanvang van de zitting aan de zittingsvoorzitter opgegeven getuigen en deskundigen.
3.
Partijen worden daarbij in de gelegenheid gesteld door tussenkomst van de zittingsvoorzitter ter zake dienende vragen tot elkaar te richten.
4.
Voordat de behandeling ter zitting wordt gesloten, heeft ieder van de partijen het recht het woord te voeren.
5.
Zodra de behandeling ter zitting gesloten is, deelt de zittingsvoorzitter mede wanneer uitspraak zal worden gedaan.
6.
Indien een nader onderzoek noodzakelijk blijkt of indien een onderzoek alsnog wenselijk wordt geacht, kan de zittingsvoorzitter tot het instellen daarvan besluiten. In dat geval zijn de verdere bepalingen over het voorbereidend onderzoek van overeenkomstige toepassing.
7.
Een zittingscommissie beraadslaagt buiten aanwezigheid van partijen of derden, beslist daarbij bij meerderheid van stemmen en baseert haar uitspraken uitsluitend op hetgeen ter zitting is besproken en op de stukken die overeenkomstig artikel 28, vijfde lid, ter inzage zijn gelegd.