Te vroege bpm-naheffing is niet rechtsgeldig

Documentgegevens:

Hof 's-Gravenhage 13-01-2012, ECLI:NL:GHSGR:2012:BV2075

Instantie: Hof 's-Gravenhage
Datum: 13 januari 2012
Magistraten: mrs. U.E. Tromp, J.T. Sanders en W.M.G. Visser
Zaaknummer: BK-11/00220
LJN: BV2075
Vakgebied(en): Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Brondocumenten: ECLI:NL:GHSGR:2012:BV2075, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 13‑01‑2012
Wetingang: Wet BPM 1992, art. 6; AWR, art. 20

Essentie

Hof ’s-Gravenhage oordeelt in hoger beroep dat de bpm niet kan worden nageheven zolang deze kan worden aangegeven en voldaan, dat wil zeggen zolang het kenteken niet op naam is gesteld.

Samenvatting

X bv koopt in Luxemburg een gebruikte auto voor € 7.500, exclusief btw. Op 1 november 2010 doet X bv bpm-aangifte met een verschuldigd bedrag van € 587. Op 12 november 2010 legt de inspecteur een bpm-naheffingsaanslag op van € 2.428. X bv krijgt vervolgens een betaalbericht voor zowel de aangegeven bpm als de nageheven bpm. X bv betaalt het totaalbedrag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.