JOR 2014/268
Strafrecht, voorwetenschap, openbaarmaking, strafvermindering, redelijke termijn
HR 08-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1613
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 juli 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg en V. van den Brink
- Zaaknummer
13/02473
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1613, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2013
- Wetingang
Art. 46 Wte 1995 (oud)
Essentie
Oordeel hof met betrekking tot openbaarmaking koersgevoelige informatie toereikend gemotiveerd en niet onbegrijpelijk
Samenvatting
Het hof heeft bewezenverklaard dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het laten verrichten van aankooptransacties in aandelen A terwijl hij over voorwetenschap beschikte, te weten bijzonderheden die verband hielden met het voornemen van Parcom Ventures BV (hierna: Parcom) om een substantieel belang in A te verwerven. In cassatie wordt erover geklaagd dat uit de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat de in de bewezenverklaring genoemde bijzonderheden niet openbaar waren gemaakt in de zin van artikel 46 lid 4 Wte 1995 (oud). Het tweede middel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.