Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/25/EG minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan risico's van fysische agentia (kunstmatige optische straling)
Artikel 4 Bepaling van de blootstelling en beoordeling van de risico's
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2006
- Bronpublicatie:
05-04-2006, PbEU 2006, L 114 (uitgifte: 27-04-2006, regelingnummer: 2006/25/EG)
- Inwerkingtreding
27-04-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2006, PbEU 2006, L 114 (uitgifte: 27-04-2006, regelingnummer: 2006/25/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
1.
Bij de uitvoering van de voorschriften van artikel 6, lid 3, en artikel 9, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG beoordeelt en, indien nodig, meet en/of berekent de werkgever, voor aan kunstmatige bronnen van optische straling blootgestelde werknemers, de niveaus van de optische straling waaraan de werknemers waarschijnlijk zullen worden blootgesteld, zodat de nodige maatregelen kunnen worden bepaald en uitgevoerd om de blootstelling tot de toepasselijke grenzen te beperken. De methodiek die wordt toegepast bij de beoordeling, de meting en/of de berekeningen volgt de normen van de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) met betrekking tot laserstraling en de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor Verlichtingskunde (CIE) en de Europese Commissie voor Normalisatie (CEN) met betrekking tot incoherente straling. In blootstellingssituaties die niet door die normen en aanbevelingen worden bestreken, worden, totdat passende EU-normen of -aanbevelingen beschikbaar zijn, de beoordeling, meting en/of berekeningen uitgevoerd aan de hand van de beschikbare nationale of internationale richtsnoeren met een wetenschappelijke grondslag. In beide blootstellingssituaties, mag bij de beoordeling rekening worden gehouden met door de producent van de arbeidsmiddelen opgegeven informatie, wanneer die arbeidsmiddelen onder een toepasselijke communautaire richtlijn vallen.
2.
De in lid 1 bedoelde beoordeling, meting en/of berekeningen worden met passende frequentie gepland en uitgevoerd door deskundige diensten of personen, met name rekening houdend met het bepaalde in artikel 7 en artikel 11 van Richtlijn 89/391/EEG inzake de vereiste deskundige diensten of personen en de raadpleging en deelneming van werknemers. De gegevens die door middel van de beoordelingen, waaronder de in lid 1 bedoelde meting en/of berekening van het niveau van blootstelling, zijn verkregen, worden in een passende vorm bewaard om latere raadpleging ervan mogelijk te maken.
3.
Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Richtlijn 89/391/EEG besteedt de werkgever bij de risicobeoordeling met name aandacht aan:
- a)
het niveau, de golflengtegebieden en de duur van de blootstelling aan kunstmatige bronnen van optische straling;
- b)
de in artikel 3 van deze richtlijn bedoelde grenswaarden voor blootstelling;
- c)
mogelijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers die tot een bijzonder gevoelige risicogroep behoren;
- d)
mogelijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers van de interactie op de werkplek tussen optische straling en fotosensibiliserende chemicaliën;
- e)
mogelijke indirecte effecten zoals tijdelijke blindheid, ontploffing, of brand;
- f)
het bestaan van vervangende arbeidsmiddelen die ontworpen zijn om de niveaus van blootstelling aan kunstmatige optische straling te verminderen;
- g)
via het gezondheidstoezicht verkregen informatie, met inbegrip van gepubliceerde informatie, voorzover dat mogelijk is;
- h)
de blootstelling aan verscheidene bronnen van kunstmatige optische straling;
- i)
een classificatie die wordt toegepast op lasers die worden gedefinieerd conform de desbetreffende lEC-norm, alsook soortgelijke classificaties met betrekking tot kunstmatige bronnen die soortgelijke schade kunnen toebrengen als lasers van de klasse 3B of 4;
- j)
de door de producent van bronnen van optische straling en aanverwante arbeidsmiddelen opgegeven informatie in overeenstemming met de toepasselijke communautaire richtlijnen.
4.
De werkgever is in het bezit van een risicobeoordeling, overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder a), van Richtlijn 89/391/ EEG, en vermeldt welke maatregelen overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van de onderhavige richtlijn moeten worden getroffen. De risicobeoordeling wordt op een geschikte drager vastgelegd, overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijk; de werkgever kan daarbij argumenten aandragen om aan te tonen dat de aard en de omvang van de aan optische straling verbonden risico's een meer uitvoerige beoordeling overbodig maken. De risicobeoordeling wordt regelmatig bijgewerkt, met name indien er ingrijpende veranderingen hebben plaatsgevonden waardoor zij achterhaald is, of wanneer uit de resultaten van het gezondheidstoezicht blijkt dat aanpassing nodig is.