V-N 2024/16.21
Grote rol rechter-commissaris voor waarborg verschoningsrecht in opsporingsonderzoek
HR 12-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:375, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 maart 2024
- Magistraten
Van den Brink, Borgers, Van Strien, Lock, Kooijmans
- Zaaknummer
23/03504
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS950805:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Strafprocesrecht / Voorfase
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:375, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1122, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑12‑2023
- Wetingang
art. 126aa t/m 126ng/ug Sv
Essentie
De Hoge Raad formuleert na prejudiciële vragen vuistregels voor de bescherming van het verschoningsrecht als het strafrechtelijk onderzoek is gericht tegen een ander dan de verschoningsgerechtigde, terwijl op voorhand niet duidelijk is of en, zo ja, in hoeverre de gevorderde gegevens van bijvoorbeeld de aanbieder van een communicatiedienst onder een functioneel verschoningsrecht vallen.
Samenvatting
Vier advocaten van een vermogensbeheerder spannen een civiel kort geding aan tegen de Staat. In 2015 heeft het Openbaar Ministerie (OM) tijdens een strafrechtelijk onderzoek naar de vermogensbeheerder een grote hoeveelheid e-mails bij een hostingbedrijf opgevraagd. Het OM heeft toen kennisgenomen van de inhoud ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.