Gem. Hof NA en Aruba, 09-12-2008, nr. AR 1601/04-H-211/07
ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG9184
- Instantie
Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Datum
09-12-2008
- Zaaknummer
AR 1601/04-H-211/07
- LJN
BG9184
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG9184, Uitspraak, Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba, 09‑12‑2008; (Hoger beroep)
Uitspraak 09‑12‑2008
Inhoudsindicatie
Hof volhardt dat slachtoffer in beginsel slechts recht heeft op een pro-rato gedeelte van het schadebedrag vermeerderd met de wettelijke rente, naar evenredigheid van de rechten van de 3 gelaedeerden op de verzekerde som. Hof stelt dat ingevolge van art. 281 a Rv, het Hof buiten de grieven om ambtshalve recht kan doen. Hof gebruikt die bevoegdheid mede omdat eerste volzin van art. 6 lid 2 LAM van dwingend recht is.
Partij(en)
UITSPRAAK: 9 december 2008
ZAAKNR.: AR 1601/04-H-211/07
HET GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE
NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Vonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap
NETHERLANDS ANTILLES & ARUBA ASSURANCE COMPANY (NA&A) N.V.,
gevestigd op Curaçao,
voorheen gedaagde, thans appellante,
gemachtigde: mr. G.A. Pieter,
tegen
[geïntimeerde],
wonend op Curaçao,
voorheen eiser, thans geïntimeerde,
gemachtigden: mrs. R.E. Blaauw en R.R. Engels.
Partijen worden hierna wederom Citizens en [geintimeerde] genoemd.
1. Het verdere verloop van de procedure
1.1
Overeenkomstig het bepaalde in het tussenvonnis van 22 april 2008 hebben partijen gelijktijdig een akte houdende uitlating genomen, Citizens onder overlegging van 1 productie. [geintimeerde] heeft, nadat hij daartoe in de gelegenheid was gesteld, afgezien van het nemen van een akte houdende uitlating over die productie. Vervolgens hebben partijen wederom vonnis gevraagd, waarvan de datum nader is bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1
Bij het tussenvonnis, waarnaar het Hof verwijst en waarbij het volhardt, zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over rov. 4.8 van dat tussenvonnis, in-houdende dat [geintimeerde] in beginsel slechts recht heeft op een pro-rato gedeelte van het bedrag van NAF. 38.060,- vermeerderd met de wettelijke rente (naar evenredigheid van de rechten van de drie gelaedeerden op de verzekerde som ad NAF. 150.000,-), en over de hoogte van de aan [geintimeerde] toekomende wettelijke rente.
2.2
[geintimeerde] heeft betoogd dat het Hof met voormelde overweging op ongeoorloofde wijze buiten de grenzen van het geschil is getreden. [geintimeerde] stelt zich op het standpunt dat hem om die reden het volledige bedrag ad NAF. 38.060,- toekomt, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, welke volgens hem NAF. 12.121,04 bedraagt (de in de akte aangekondigde renteberekening ontbreekt).
Citizens is niet ingegaan op rov. 4.8 van het tussenvonnis en heeft de wettelijke rente tot aan 26 augustus 2008 berekend op NAF. 14.643,91.
2.3
Het Hof verwerpt het betoog van [geintimeerde] dat het buiten de grenzen van zijn bevoegdheid is getreden. Ingevolge artikel 281a Rv kan het Hof immers buiten de grieven om ambtshalve recht doen. Van die bevoegdheid heeft het Hof gebruik gemaakt, mede in aanmerking genomen dat artikel 6 lid 2, eerste volzin, van de LAM van dwingend recht is. Nu [geintimeerde] niet heeft aangevoerd waarom in casu van het aangehaalde beginsel zou moeten worden afgeweken en het Hof daar ook overigens geen aanleiding toe ziet, zal slechts het pro-rato gedeelte van [geintimeerde]s recht op de verzekerde som ad NAF. 150.000,- worden toegewezen.
2.4
De verschuldigde wettelijke rente becijfert het Hof tot op heden (9 december 2008) op NAF 13.629,99 (9.177,01 over NAF. 22.000,- en 4.452,98 over NAF. 16.060,-). In totaal komt aan [geintimeerde] derhalve een vorderingsrecht toe van afgerond NAF. 51.590,- (38.060,- + 13.630,-). Opgeteld bij de aan [erfgenaam mede-inzittende] en de Staat der Nederlanden op last van de rechter uitgekeerde bedragen van in totaal NAF. 138.000,14, komt de som van de vorderingsrechten van de drie gelaedeerden uit op (afgerond) NAF 189.590,-.
Het pro rato aan [geintimeerde] toewijsbare bedrag bedraagt derhalve NAF. 40.817,02 (150.000/189.590 x 51.590,-).
2.5
Citizens zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij de kosten van het hoger beroep dienen te dragen.
BESLISSING:
Het Hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep, voorzover Citizens daarbij jegens [geintimeerde] tot betaling van NAF. 38.060,- vermeerderd met de wettelijke rente is veroordeeld, en, in zoverre opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Citizens om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [geintimeerde] te betalen NAF. 40.817,02, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf heden tot aan de dag der algehele voldoening;
bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige;
veroordeelt Citizens in de proceskosten van het hoger beroep aan de zijde van [geintimeerde] gevallen en tot op heden begroot op NAF. 232,50 aan exploitkosten en NAF. 4.250,- aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, J.R. Sijmonsma en L.J. de Kerpel-van de Poel, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 9 december 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.