RAV 2018/104
Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Verzwijging. Wordt de vraag of de verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken de verzekering wel (onder dezelfde voorwaarden) zou hebben gesloten, beoordeeld aan de hand van het criterium van de ‘redelijk handelend verzekeraar’ of is het individuele acceptatiebeleid van de verzekeraar zelf maatgevend?
HR 05-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1841
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02954
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- JCDI
JCDI:ADS930035:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1841, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:689, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑06‑2018
- Wetingang
Art. 7:928, 7:929 lid 1, 7:930 lid 3 en 4 BW
Essentie
Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Rechtsgevolgen schending mededelingsplicht. Maatstaf van een redelijk handelend verzekeraar. Afwijkend acceptatiebeleid.
Wordt de vraag of de verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken de verzekering wel (onder dezelfde voorwaarden) zou hebben gesloten, beoordeeld aan de hand van het criterium van de ‘redelijk handelend verzekeraar’ of is het individuele acceptatiebeleid van de verzekeraar zelf maatgevend?
Samenvatting
Per 12 januari 2007 heeft een zelfstandig elektromonteur bij Delta Lloyd een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. In de gezondheidsverklaring die hij voor de aanvraag heeft ingevuld, heeft hij melding gemaakt van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.