Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/988 inzake algemene productveiligheid, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 87/357/EEG van de Raad
Artikel 7 Vermoeden van conformiteit met het algemene veiligheidsvereiste
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2023
- Bronpublicatie:
10-05-2023, PbEU 2023, L 135 (uitgifte: 23-05-2023, regelingnummer: 2023/988)
- Inwerkingtreding
12-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2023, PbEU 2023, L 135 (uitgifte: 23-05-2023, regelingnummer: 2023/988)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt een product in de volgende gevallen geacht in overeenstemming te zijn met het in artikel 5 van deze verordening vastgestelde algemene veiligheidsvereiste:
- a)
het product voldoet aan de relevante Europese normen of delen daarvan wat betreft de door die normen bestreken risico's en risicocategorieën, waarvan de referenties zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1025/2012, of
- b)
het product voldoet, bij ontstentenis van relevante Europese normen als bedoeld in punt a) van dit lid, aan de nationale voorschriften wat betreft de risico's en risicocategorieën die worden bestreken door gezondheids- en veiligheidsvoorschriften in het nationale recht van de lidstaat waarin het op de markt wordt aangeboden, op voorwaarde dat recht in overeenstemming is met het Unierecht.
2.
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de specifieke veiligheidsvoorschriften die in Europese normen aan bod moeten komen om te waarborgen dat producten die aan die Europese normen voldoen, aan het in artikel 5 vastgestelde algemene veiligheidsvereiste. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 46, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.
3.
Het vermoeden van conformiteit met het algemene veiligheidsvereiste op grond van lid 1 belet markttoezichtautoriteiten echter niet alle passende maatregelen uit hoofde van deze verordening te nemen wanneer er bewijs is dat het product, ondanks een dergelijk vermoeden, gevaarlijk is.