NJ 2011/582
Verdachte niet op enig moment gehoord tijdens onderzoek ter terechtzitting over ontvankelijkheid beroep; nietigheid.
HR 29-11-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT6398
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen, A.C. ten Klooster
- Zaaknummer
10/02027
- Conclusie
A-G Silvis
- LJN
BT6398
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT6398, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT6398, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2011
- Wetingang
Essentie
Gelet op het proces-verbaal van de terechtzitting moet worden aangenomen dat de aldaar aanwezige verdachte niet op enig moment voor de sluiting van het onderzoek door het hof is gehoord. Zulks is in strijd met art. 283, zesde lid, Sv, welke bepaling in een geval als het onderhavige — waarbij de vraag aan de orde is of de rechter in hoger beroep kan toekomen aan een beoordeling van de zaak zelf — van overeenkomstige toepassing is. Dat verzuim brengt nietigheid van het onderzoek en van het naar aanleiding daarvan gewezen arrest mee.
Partij(en)
Arrest op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.