NJB 2024/1057:Interne bestuurdersaansprakelijkheid. Klachtplicht. Aan een vennootschapsbestuurder wordt ontslag en decharge verleend. Twee jaar later spreekt de vennootschap hem aan vanwege de rol die hij in de periode dat hij bestuurder was, heeft gespeeld bij het beheer van de gelden van de vennootschap. De ex-bestuurder voert het verweer dat de vennootschap niet tijdig heeft geklaagd. Hoge Raad: Aan een bestuurder kan ter afwering van zijn aansprakelijkheid op de voet van art. 2:9 BW (interne bestuurdersaansprakelijkheid) jegens de rechtspersoon geen beroep toekomen op art. 6:89 BW (klachtplicht). Dit geldt ook voor de hoofdelijk verbonden medebestuurders.