NJ 2016/265
Erfrecht. Uitleg testament (art. 4:46 BW); ouderlijke boedelverdeling; verplichting tot zekerheidstelling voor vordering uit overbedeling; art. 4:45 BW: tijdstip beoordeling vervulbaarheid voorwaarde.
HR 15-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:46, m.nt. S. Perrick
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 januari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03817
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Noot
S. Perrick
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154059:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:46, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2211, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
Erfrecht. Uitleg testament (art. 4:46 BW); ouderlijke boedelverdeling; verplichting tot zekerheidstelling voor vordering uit overbedeling; art. 4:45 BW: tijdstip beoordeling vervulbaarheid voorwaarde.
Nu de erflater is overleden na inwerkingtreding van het nieuwe erfrecht, moet het testament ingevolge het bepaalde in art. 68a Overgangswet NBW worden uitgelegd aan de hand van de maatstaf van art. 4:46 lid 1 BW. Het hof heeft het testament kennelijk zo uitgelegd dat daarin de voorwaarde was opgenomen dat de zekerheidsstelling voor de betaling van de uit overbedeling aan de overige erfgenamen binnen een jaar moest worden verlangd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.