Einde inhoudsopgave
Penitentiaire beginselenwet
Artikel 77 [Rechtspositie in observatiekliniek]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 82 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Penitentiair recht / Algemeen
Penitentiair recht / Rechtspositie gedetineerde
1.
Een onveroordeelde die met toepassing van artikel 196, 317 of 509g van het Wetboek van Strafvordering in een instelling tot klinische observatie bestemd is opgenomen, wordt voor wat betreft zijn rechtspositie gelijkgesteld met een onveroordeelde die in een huis van bewaring verblijft, indien de instelling tot klinische observatie bestemd tevens een huis van bewaring is.
2.
Een ter beschikking gestelde die met toepassing van artikel 509g of 6:6:12, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering in een instelling tot klinische observatie bestemd is opgenomen, wordt voor wat betreft zijn rechtspositie gelijkgesteld met een ter beschikking gestelde die in een huis van bewaring verblijft, indien de instelling tot klinische observatie bestemd tevens huis van bewaring is.