NJB 2020/585:Eendaadse samenloop, voortgezette handeling en meerdaads samenloop, art. 55, 56 en 57 Sr: herhaling en toepassing van HR 5 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:831. De Hoge Raad zet uiteen waarom het hof in casu ten onrechte is uitgegaan van meerdaadse samenloop. Dat leidt echter niet tot cassatie. Daartoe is van belang dat de enkele omstandigheid dat de rechter ten onrechte is uitgegaan van meerdaadse samenloop in plaats van eendaadse samenloop dan wel voortgezette handeling, nog niet met zich brengt dat in concreto van onevenredige bestraffing sprake is. In casu ligt de door het Hof opgelegde gevangenisstraf ver onder het strafmaximum dat zou gelden indien van eendaadse samenloop zou worden uitgegaan, terwijl het hof blijkens de strafmotivering bij de strafoplegging geen zelfstandige betekenis heeft toegekend aan het andere bewezenverklaarde feit. De verdachte heeft daarom onvoldoende belang bij cassatie