FED 2011/73
Belastingverdrag met Duitsland. Verdragsrechtelijke kwalificatie van een restbegunstigingsuitkering (C-polis). Restbegunstigingsuitkering valt niet onder art. 12 maar onder art. 10
HR 13-05-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ0451, m.nt. I. Welters
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
13 mei 2011
- Magistraten
Van den Berge, Schaap, Tijnagel, Feteris, Koopman
- Zaaknummer
09/03847
- Conclusie
A-G Van Ballegooijen
- Noot
I. Welters
- LJN
BQ0451
- JCDI
JCDI:ADS273483:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Loonbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0451, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0451, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2011
- Wetingang
Art. 10 Belastingverdrag Nederland-Duitsland 1959
Essentie
Belastingverdrag met Duitsland. Verdragsrechtelijke kwalificatie van een restbegunstigingsuitkering (C-polis). Restbegunstigingsuitkering valt niet onder art. 12 maar onder art. 10
Partij(en)
Voorgaande uitspraak
Het geschil betreft de inhouding loonheffing over de maand mei 2008.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3. Beoordeling van het middel
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1.
Belanghebbende is inwoner van Duitsland.
3.1.2.
Aan de vader van belanghebbende zijn in 1982 door diens in Nederland gevestigde werkgever pensioenaanspraken toegekend (hierna: de pensioenaanspraken). Ter dekking van de pensioenaanspraken heeft de werkgever belanghebbendes vader in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.