Belastingadvies 2020/6.5
Geen vrijstelling overdrachtsbelasting bij ‘ruziesplitsing’
Hof Arnhem-Leeuwarden 17-12-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:10951
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
17 december 2019
- Zaaknummer
19/00225
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS189945:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fusie en splitsing
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2019:10951, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17‑12‑2019
- Wetingang
Art. 15, lid 1, letter h WBR; art. 5c Uitvoeringsbesluit BRV
Essentie
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat vanwege het louter passief vermogensbeheer van de betrokken BV’s geen sprake kan zijn van ‘zakelijke overwegingen op grond waarvan de splitsing heeft plaatsgevonden’. De naheffing is dus terecht.
Samenvatting
Mevrouw D en de heer E zijn zus en broer en bezitten ieder 50% van de aandelen in G bv. E exploiteert via een andere BV een juweliersbedrijf dat is gevestigd in een pand van een 100%-dochter (H bv) van G bv. De verhouding tussen D en E is dermate moeizaam dat sprake is van een bestuursvacuüm. H bv wordt daarom juridisch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.