Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenbesluit
Artikel 1.5o Raadpleging registers
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Redactionele toelichting
In werking getreden voor: a. het werkveld explosieve stoffen, bedoeld in art. 4.8, lid 1, van het Arbeidsomstandighedenbesluit ten aanzien van het Register veilig werken met explosieve stoffen, bedoeld in art. 1.5j, lid 1, onderdeel d, van het Arbeidsomstandighedenbesluit; en b. het werkveld opsporen van ontplofbare oorlogsresten, bedoeld in art. 4.10 van het Arbeidsomstandighedenbesluit ten aanzien van het certificaat opsporen van ontplofbare oorlogsresten, bedoeld in art. 4.10, lid 5, van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
- Bronpublicatie:
28-11-2019, Stb. 2019, 471 (uitgifte: 13-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-2020, Stb. 2020, 440 (uitgifte: 13-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
De registers, bedoeld in artikel 1.5j, eerste lid, kunnen alleen worden geraadpleegd door:
- a.
de ingeschrevene, wat betreft alle op zijn persoon betrekking hebbende gegevens;
- b.
de werkgever en de door de werkgever gemachtigde, wat betreft het geregistreerd, geherregistreerd of geschorst zijn van een persoon;
- c.
de opdrachtgever, bedoeld in artikel 400, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de door opdrachtgever gemachtigde en andere direct betrokkenen, wat betreft het geregistreerd, geherregistreerd of geschorst zijn van een persoon, voor zover het niet gaat om de registers, bedoeld in artikel 1.5j, eerste lid, onderdelen b en c;
- d.
de toezichthouder, wat betreft alle gegevens; en
- e.
de verwerker van het register, wat betreft alle gegevens.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid.