Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Indonesië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 12 Royalty's
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2003
- Bronpublicatie:
29-01-2002, Trb. 2002, 33 (uitgifte: 20-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-02-2004, Trb. 2004, 25 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Royalty's afkomstig uit een van de beide Staten en betaald aan een inwoner van de andere Staat, mogen in de andere Staat worden belast.
2.
De royalty's mogen echter ook in de Staat waaruit zij afkomstig zijn, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's is, mag de aldus geheven belasting 10 percent van het bruto-bedrag van de royalty's niet overschrijden.
3.
De uitdrukking ‘royalty's’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap — daaronder begrepen bioscoopfilms en films of banden voor radio- of televisieuitzendingen —, van een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, dan wel voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap. De uitdrukking omvat echter niet vergoedingen voor het verlenen van technische diensten.
4.
De bevoegde autoriteiten van de beide Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid.
5.
De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de genieter van de royalty's, die inwoner is van een van de beide Staten, in de andere Staat waaruit de royalty's afkomstig zijn een vaste inrichting heeft en het recht of de zaak uit hoofde waarvan de royalty's verschuldigd zijn, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort. In een zodanig geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing.
6.
Royalty's worden geacht uit een van de beide Staten afkomstig te zijn, indien zij worden betaald door die Staat zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de royalty's betaalt, ongeacht of hij inwoner van een van de beide Staten is of niet, in een van de beide Staten een vaste inrichting heeft waarvoor het contract op grond waarvan de royalty's worden betaald, was gesloten, en deze royalty's ten laste komen van die vaste inrichting, worden deze royalty's geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting is gevestigd.
7.
Indien, ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de schuldeiser of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde royalty's, gelet op het gebruik, het recht of de inlichtingen waarvoor zij worden betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de schuldeiser zou zijn overeengekomen, vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de beide Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.