AB 2015/153
Vertrouwensbeginsel. Afwijken van gedoogbrief dwingt tot motiveren van voortschrijdend inzicht.
ABRvS 24-12-2014, ECLI:NL:RVS:2014:4640, m.nt. C.N.J. Kortmann
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 december 2014
- Magistraten
Mr. R. van der Spoel
- Zaaknummer
201401829/1/A1
- Noot
C.N.J. Kortmann
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920637:1
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Omgevingsrecht / Inrichtingen en vergunningen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:4640, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑12‑2014
- Wetingang
Art. 2.1 lid 1 Wabo; art. 2.3 lid 1 en 2 Besluit omgevingsrecht; art. 5 lid 1 en 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht; art. 3:4 lid 2, 7:12 lid 1, 8:51a Awb
Essentie
Honorering van een handhavingsverzoek in afwijking van een eerder genomen gedoogbesluit. Een gedoogbesluit levert naar zijn aard geen duurzaam beletsel op om handhavend op te treden. Het college dient wel te motiveren waarom thans de belangen bij het doorbreken van het gedoogbesluit zwaarder wegen dan de belangen van de overtreder bij het in stand laten daarvan.
Samenvatting
In voormelde brief van 20 juli 1988 heeft het college aan wederpartij te kennen gegeven dat de aanwezigheid van de op dat moment op het perceel aanwezige bouwwerken, waaronder het voor bewoning geschikt gemaakte gebouw, zal worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.