Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/429 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’)
Artikel 5 Opnemen van ziekten in een lijst
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
De ziektespecifieke voorschriften voor de preventie en bestrijding van ziekten waarin deze verordening voorziet, zijn van toepassing op:
- a)
de volgende in de lijst opgenomen ziekten:
- i)
mond-en-klauwzeer;
- ii)
klassieke varkenspest;
- iii)
Afrikaanse varkenspest;
- iv)
hoogpathogene aviaire influenza;
- v)
Afrikaanse paardenpest; en
- b)
de in de lijst opgenomen ziekten als vermeld in de lijst in bijlage II.
2.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 264 gedelegeerde handelingen vast tot wijziging van de in lid 1, onder b), van dit artikel bedoelde lijst.
3.
Een ziekte wordt in de in lid 1, onder b), van dit artikel bedoelde lijst opgenomen wanneer die overeenkomstig artikel 7 is beoordeeld en voldoet aan:
- a)
alle van de volgende voorwaarden:
- i)
er is wetenschappelijk bewijs dat er op wijst dat de ziekte overdraagbaar is;
- ii)
diersoorten zijn gevoelig voor de ziekte, of er zijn vectoren of reservoirs daarvan in de Unie aanwezig;
- iii)
de ziekte heeft negatieve gevolgen voor de diergezondheid of vormt wegen haar zoönotische aard een risico voor de volksgezondheid;
- iv)
er bestaan diagnostische middelen voor de ziekte, en
- v)
de risicobeperkingsmaatregelen en, waar passend, bewaking van de ziekte zijn doeltreffend en staan in verhouding tot het risico dat de ziekte in de Unie vormt; en
- b)
ten minste een van de volgende criteria:
- i)
de ziekte heeft in de Unie aanzienlijke negatieve gevolgen voor de diergezondheid of kan die hebben, of vormt wegens haar zoönotische aard een significant risico voor de volksgezondheid, of kan dat vormen;
- ii)
de ziekteverwekker heeft tegen de behandeling een resistentie opgebouwd en vormt een aanzienlijk gevaar voor de volksgezondheid en/of diergezondheid in de Unie;
- iii)
die ziekte heeft aanzienlijke negatieve gevolgen op economisch gebied voor de landbouw- of aquacultuurproductie in de Unie, of kan dat hebben;
- iv)
de ziekte heeft het potentieel om een crisis te veroorzaken of de ziekteverwekker kan bij bioterrorisme worden gebruikt, of
- v)
de ziekte heeft aanzienlijke negatieve gevolgen voor het milieu van de Unie, waaronder de biodiversiteit, of kan die hebben.
4.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 264 gedelegeerde handelingen vast betreffende de schrapping van een ziekte van de in lid 1, onder b), van dit artikel genoemde lijst wanneer die ziekte niet langer aan de voorwaarden van lid 3 van dit artikel voldoet.
5.
De Commissie evalueert de opneming in de lijst van elke ziekte in het licht van nieuwe beschikbare significante wetenschappelijke gegevens.