NJB 2023/2753
Informeel samenlevenden. Vergoedingsrechten in verband met vermogensverschuivingen. Hoge Raad: Indien informeel samenlevenden ongelijk hebben bijgedragen aan de financiering van een gemeenschappelijk goed, moet aan de hand van het algemene vermogensrecht, waaronder het verbintenissenrecht, beoordeeld worden of een vergoedingsrecht geldend gemaakt kan worden.
HR 17-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1571
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 november 2023
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00474
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1571, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:132, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑01‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑03‑2022
- Wetingang
(art. 1:80b, 1:87, 1:95 lid 2, art. 1:96 lid 4, art. 1:127, 3:172 BW; art. 1:95 lid 2 (oud); art. 1:96 lid 2 (oud) BW)
Essentie
Informeel samenlevenden. Vergoedingsrechten in verband met vermogensverschuivingen. Hoge Raad: Indien informeel samenlevenden ongelijk hebben bijgedragen aan de financiering van een gemeenschappelijk goed, moet aan de hand van het algemene vermogensrecht, waaronder het verbintenissenrecht, beoordeeld worden of een vergoedingsrecht geldend gemaakt kan worden.
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. M.A.J.G. Janssen, vs. de man, adv. mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De vrouw en de man hebben lange tijd samengewoond op basis van een affectieve relatie (informeel samenleven). Aanvankelijk hadden zij ieder een eigen woning. In 2002 heeft de vrouw haar woning verkocht en is zij bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.