Einde inhoudsopgave
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 4.15 Kosten van reguliere voordelen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2004
- Bronpublicatie:
18-12-2003, Stb. 2003, 526 (uitgifte: 29-12-2003, kamerstukken: 29210)
- Inwerkingtreding
01-01-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2003, Stb. 2003, 526 (uitgifte: 29-12-2003, kamerstukken: 29210)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
1
Kosten van reguliere voordelen zijn de daarop drukkende kosten voorzover zij zijn gemaakt tot verwerving, inning en behoud van die voordelen en in hun totale omvang niet overtreffen wat gebruikelijk is.
2.
Bij de bepaling van de kosten van reguliere voordelen blijven renten en kosten van schulden die corresponderen met geldvorderingen als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, buiten aanmerking.
3
Voorzover in verband met de voldoening van aftrekbare kosten schulden ontstaan waarvan de verplichting tot betaling — anders dan voor het geval van overlijden of arbeidsongeschiktheid van de belastingplichtige — rechtens, al dan niet voorwaardelijk, of in feite, direct of indirect, is beperkt, zijn deze kosten niet aftrekbaar.
4.
Tot de kosten behoren niet:
- a.
geheven dividendbelasting en kansspelbelasting;
- b.
belasting die buiten Nederland in enige vorm naar het inkomen of bestanddelen van het inkomen wordt geheven, indien voor de belastingplichtige ter zake daarvan een regeling ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing is.