Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Eerste lid. Artikel 5:15, tweede lid, Awb voorziet reeds in de bevoegdheid van toezichthouders om politieassistentie in te roepen bij het betreden van plaatsen (met uitzondering van woningen). Het begrip ‘sterke arm’ omvat de ambtenaren van politie die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak (zie artikel 2, onderdelen a, c en d, van de Politiewet 2012), alsmede militairen van de Koninklijke marechaussee voor zover deze politietaken uitvoeren (zie artikel 4, eerste lid, van de Politiewet 2012).
Tweede lid. Het gaat hier om de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onderdelen a, c en d, van de Politiewet 2012, die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak. De ambtenaren, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van die wet, zijn aldus uitgesloten. Dat geldt ook voor de militairen van de Koninklijke marechaussee. Aan hen zijn in artikel 4, eerste lid, van de Politiewet 2012 enkele politietaken opgedragen, maar dat maakt hen geen ambtenaren van politie.
Derde lid. Het gaat hier om een uitbreiding tot de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Politiewet 2012: het, met name technisch, administratief en ondersteunend personeel. Zie bijvoorbeeld artikel 94 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017.
Voorbeeld bij het eerste lid
- —
De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, oefenen de hun in artikel 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht toegekende bevoegdheden zo nodig uit met behulp van de sterke arm. (Artikel 12b, tweede lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)