VR 2020/33
Ongeldig rijbewijs. Bewijs.
HR 09-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1146
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
mrs. De Hullu, Van den Brink, Van de Griend, Boerlage, Röttgering
- Zaaknummer
18/01317
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS188251:1
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1146, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:349, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
Ongeldig rijbewijs. Bewijs.
Samenvatting
Uit de bewijsvoering kan niet zonder meer volgen dat het besluit van het CBR tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte aan de verdachte is bekendgemaakt en op het moment van het tenlastegelegde van kracht was. Voorts kan uit de bewijsvoering niet zonder meer volgen dat aan de verdachte na de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs geen ander rijbewijs is afgegeven. Uit de bewijsvoering kan bovendien niet zonder meer volgen dat de verdachte "wist" dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard; anders dan het hof kennelijk heeft geoordeeld, is de omstandigheid dat het CBR het besluit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.