CBb, 26-04-2021, nr. 20/933
ECLI:NL:CBB:2021:449
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
26-04-2021
- Zaaknummer
20/933
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:CBB:2021:449, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 26‑04‑2021; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 26‑04‑2021
Inhoudsindicatie
TOGS. Beroep ongegrond. Verweerder heeft zijn beleid consistent toegepast.
Partij(en)
uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
zaaknummer: 20/933
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 april 2021 in de zaak tussen
[naam] B.V., te [plaats] , appellante
(gemachtigde: mr. W.J.A. Lansing),
en
de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder,
(gemachtigde: mr. C.J.M. Daniels).
Procesverloop
Bij besluit van 26 juni 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder naar aanleiding van een door appellante ingediende Melding niet-aansluitende SBI-code geweigerd appellante een tegemoetkoming te verstrekken op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (Beleidsregel).
Bij besluit van 21 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Met toestemming van partijen is afgezien van een behandeling ter zitting, waarna het College het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft gesloten.
Overwegingen
Aanleiding van deze procedure
1. Appellante heeft een Melding niet-aansluitende SBI-code ingediend.
2. Over de onderneming van appellante was op 15 maart 2020 in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de SBI-code 68.20.4 (verhuur van onroerend goed (niet van woonruimte)) opgenomen, en als bedrijfsomschrijving ‘het verhuren van vergaderruimte en flexibele werkplekken, het aanbieden van kantoorruimte’.
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. In het bestreden besluit heeft verweerder overwogen dat de omschrijving van de werkzaamheden in het handelsregister op de peildatum niet overeenkomt met de gewenste SBI-code 55.10.2 (Hotels (geen hotel-restaurants), pensions en conferentieoorden). De SBI-code waarmee appellante wel is geregistreerd, staat terecht niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel. Van bijzondere omstandigheden die maken dat verweerder ten gunste van appellante moet afwijken van de Beleidsregel is niet gebleken, aldus verweerder.
Standpunt appellante
4. Appellante voert ten eerste aan dat zij valt binnen de doelstelling van de Beleidsregel. Appellante is hard getroffen door de maatregelen omtrent COVID-19 en zou daarom aanspraak moeten maken op een vergoeding ingevolge de Beleidsregel. Voor kleine congreslocaties was geen passende SBI-code beschikbaar. Daarom moet worden gekeken naar de feitelijke werkzaamheden. Appellante voert verder aan dat zij onevenredig is getroffen in vergelijking met andere ondernemers. Dit komt omdat zij haar bedrijfsvoering niet op de maatregelen kan aanpassen. Hierdoor is er sprake van bijzondere omstandigheden. Verder heeft verweerder de aanvraag niet met redelijkheid en billijkheid beoordeeld. Appellante heeft met terugwerkende kracht de SBI-code in het handelsregister gewijzigd naar 55.10.2 (hotels (geen hotel-restaurants), pensions en conferentie-oorden). Daar is verweerder ten onrechte aan voorbij gegaan.
Beoordeling door het College
5. Het College heeft verschillende uitspraken gedaan over de Beleidsregel. Het College verwijst naar de uitspraken van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:992, ECLI:NL:CBB:2020:993, ECLI:NL:CBB:2020:994 en ECLI:NL:CBB:2020:995). Daarin is onder meer opgenomen dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
6. Net als in genoemde uitspraken heeft verweerder zijn beleid in dit geval op consistente wijze toegepast. Verweerder hoeft geen rekening te houden met wijzigingen die in het handelsregister zijn doorgevoerd na de peildatum, ook niet als het gaat om wijzigingen met terugwerkende kracht. In het geval van appellante heeft verweerder de aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel dan ook terecht afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op 15 maart 2020 was geregistreerd, niet is vermeld in Bijlage 1.
7. Bij toepassing van de Beleidsregel toetst verweerder ook of de bedrijfsomschrijving, zoals die op de peildatum was geregistreerd, aanknopingspunten biedt voor een daarbij passende SBI-code die wel op de lijst in die Bijlage is vermeld. Verweerder heeft terecht geconstateerd dat daar in dit geval geen sprake van is. Ook in zoverre heeft verweerder zijn beleid consistent toegepast.
8. Het College volgt verweerder in het standpunt dat niet is gebleken dat appellante door het bestreden besluit onevenredig is geraakt.
Conclusie
9. Het beroep tegen het bestreden besluit is ongegrond. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.
Beslissing
Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van J.S. Nooren, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 april 2021.
de voorzitter is verhinderd de de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen uitspraak te ondertekenen