Einde inhoudsopgave
Akte van Genève bij de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale inschrijving van tekeningen of modellen van nijverheid
Artikel 23 Financiën
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2003
- Bronpublicatie:
02-07-1999, Trb. 2008, 55 (uitgifte: 02-04-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-04-2008, Trb. 2008, 55 (uitgifte: 02-04-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1. [Begroting]
- a.
De Unie heeft een begroting.
- b.
De begroting van de Unie omvat de eigen inkomsten en uitgaven van de Unie en haar bijdrage aan de begroting van de gemeenschappelijke uitgaven van de unies die door de Organisatie worden beheerd.
- c.
Als gemeenschappelijke uitgaven van de unies worden beschouwd de uitgaven die niet uitsluitend ten laste van de Unie komen, maar tevens van een of meer andere unies die door de Organisatie worden beheerd. Het aandeel van de Unie in deze gemeenschappelijke uitgaven is evenredig aan het belang dat deze uitgaven voor haar vertegenwoordigen.
2. [Coördinatie met de begrotingen van andere unies]
De begroting van de Unie wordt vastgesteld met inachtneming van de vereisten tot coördinatie met de begrotingen van de andere door de Organisatie beheerde unies.
3. [Bronnen van financiering van de begroting]
De begroting van de Unie wordt gefinancierd uit de volgende inkomstenbronnen:
- i.
de taksen voor internationale inschrijvingen;
- ii.
de gelden verschuldigd voor de overige diensten welke door het Internationaal Bureau worden verleend namens de Unie;
- iii.
de opbrengst van de verkoop van de publicaties van het Internationaal Bureau betreffende de Unie en de rechten welke op deze publicaties betrekking hebben;
- iv.
giften, legaten en subsidies;
- v.
huuropbrengsten, renten en overigeinkomsten.
4. [Vaststelling van de taksen en verschuldigde gelden; omvang van de begroting]
- a.
Het bedrag van de taksen, bedoeld in het derde lid, onder i, wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering op voorstel van de Directeur-Generaal. De verschuldigde bedragen, bedoeld in het derde lid, onder ii, worden vastgesteld door de Directeur-Generaal en zijn voorlopig van toepassing totdat de Algemene Vergadering bij haar volgende zitting hierover een besluit neemt.
- b.
Het bedrag van de in het derde lid, onder i, bedoelde taksen wordt zo vastgesteld, dat de ontvangsten van de Unie, afkomstig uit taksen en andere inkomstenbronnen, ten minste voldoende zijn om de uitgaven van het Internationaal Bureau ten behoeve van de Unie te dekken.
- c.
Ingeval de begroting niet is vastgesteld voor de aanvang van het nieuwe begrotingsjaar, wordt de begroting van het voorafgaande jaar aangehouden volgens de werkwijze voorzien in het financieel reglement.
5. [Operationeel fonds]
De Unie bezit een operationeel fonds, gevormd door de overschotten van de ontvangsten en ingeval deze overschotten niet voldoende zijn, door een eenmalige storting van elk lid van de Unie. Indien het fonds ontoereikend wordt, beslist de Algemene Vergadering over bijstorting. Het aandeel en de wijze van storting worden vastgesteld door de Algemene Vergadering op voorstel van de Directeur-Generaal.
6. [Door de Gastheerstaat verstrekte voorschotten]
- a.
De zetelovereenkomst, gesloten met de Staat op het grondgebied waarvan de Organisatie haar zetel heeft, bepaalt dat, indien het operationeel fonds niet toereikend is, die Staat voorschotten verstrekt. Het bedrag van deze voorschotten en de voorwaarden waaronder zij worden verstrekt, vormen telkenmale het onderwerp van afzonderlijke overeenkomsten tussen de betrokken Staat en de Organisatie.
- b.
De Staat, bedoeld onder a, en de Organisatie hebben elk het recht de overeenkomst tot het verstrekken van voorschotten op te zeggen bij schriftelijke kennisgeving. De opzegging wordt van kracht drie jaar na afloop van het jaar waarin de kennisgeving is gedaan.
7. [Nazien van rekeningen]
Het nazien van de rekeningen wordt verricht op de wijze voorzien in het financieel reglement, door een of meer Staten die lid zijn van de Unie of door onafhankelijke controleurs, die met hun instemming zijn aangewezen door de Algemene Vergadering.